Himno di Kòrsou
"Himno di Kòrsou" is het nationale volkslied van Curaçao. Het werd officieel ingevoerd op 26 juli 1978. HerkomstIn 1898 schreef de Nederlandse frater Radulphus Hermus een gedicht om de kroning van Wilhelmina te vieren. Het is later op muziek gezet door frater Candidus Nouwens. Het lied stond aanvankelijk bekend als Den Tur Nashon, naar de beginzin Den tur nashon nos patria ta poko konosi (='in alle landen is ons vaderland vrijwel onbekend').[1] De tekst is meermalen gewijzigd, met name in 1937 en in 1948. Radulphus was werkzaam op Curaçao in de periodes 1890-1916 en 1920-1959. In 1930 componeerde frater Candidus Nouwens de melodie waarop het lied tegenwoordig gezongen wordt. In 1978 werd op instigatie van de overheid de tekst verregaand aangepast voor het de officiële status van volkslied kon krijgen. De nieuwe tekst bevat bijdragen van Guillermo Rosario, May Henriquez, Enrique Muller en Betty Doran. Op 18 juni 2003 besloot de overheid tot een protocol voor het gebruik van dit lied. In het dagelijks gebruik worden alleen de eerste twee en de laatste twee coupletten gezongen. Alle acht coupletten worden gezongen bij beëdiging van een hoge functionaris op het eiland, op bijeenkomsten georganiseerd door de eilandsraad in het kader van officiële feestdagen en herdenkingen alsook bij het hijsen van de Curaçaose vlag bij officiële gelegenheden en evenementen. Op radio en televisie wordt het lied om middernacht bij aanvang van Nieuwjaar gespeeld. Ook het begin en eind van elke radio- en televisie-uitzending is het lied te horen. Het lied mag officieel alleen in het Papiaments gezongen worden. De melodieDe tekst
Zie ookBronnen, noten en/of referenties
|