Hendrik II van Frankrijk
Hendrik II (Saint-Germain-en-Laye, 31 maart 1519 — Parijs, 10 juli 1559) was koning van Frankrijk van 1547 tot aan zijn dood. Hij was de tweede zoon van Frans I en Claude van Frankrijk, allebei uit het huis Valois. Naar hem is de decoratieve Henri Deux stijl genoemd. LevenHendriks moeder Claude van Frankrijk stierf toen hij vijf jaar oud was. Een van haar hofdames, Diane de Poitiers, hield zich bezig met zijn opvoeding. Ze zou zelfs zijn maîtresse worden, al was zij twintig jaar ouder dan hij, en tot aan zijn dood zou ze een rol in zijn leven spelen. In maart 1526 werd de toen zesjarige Hendrik met zijn broer, kroonprins Frans, als gijzelaar overgeleverd aan Spanje om de naleving van de Vrede van Madrid te garanderen. Zijn vader had die toegestaan puur om vrij te komen na de Slag bij Pavia, maar zonder de intentie om werkelijk gebiedsafstand te doen. Daardoor zaten Hendrik en zijn broer in steeds zwaardere condities gevangen, terwijl hun vader de Italiaanse Oorlog met keizer Karel V hernam. In de Damesvrede van Kamerijk werd hun vrijlating bedongen in ruil voor meer dan een miljoen kronen. Na de vervulling van deze en andere voorwaarden werden de koninklijke broers op 1 juli 1530 vrijgelaten uit het kasteel van Pedraza. Hendrik zou deze vernederende jaren nooit vergeven of vergeten.[1] Op veertienjarige leeftijd huwde Hendrik, met Dianes goedvinden, met de even oude Catharina de' Medici, een verre nicht van Diane. Er was nogal wat tegenstand van het hof, omdat Hendrik beneden zijn stand zou trouwen. Het huwelijk, ingezegend op 28 oktober 1533 te Marseille, bleef tien jaar lang kinderloos, en Hendrik overwoog ernstig een scheiding. Toen zijn oudere broer Frans in 1536 overleed, werd Hendrik plots de troonopvolger. In 1538 kreeg hij een dochter bij Diane, die inmiddels zijn maîtresse was geworden, maar in 1544 werd dan eindelijk zijn eerste wettige kind geboren. Nog negen anderen zouden volgen, in twaalf jaar tijd. In 1547 volgde Hendrik zijn vader op als koning van Frankrijk. Zelf niet uitzonderlijk getalenteerd, liet Hendrik zich sterk door zijn gunstelingen leiden, zoals de politiek deskundige Diane de Poitiers, de connétable Anne van Montmorency en later de bekwame veldheer Frans van Guise en diens broer Karel van Lotharingen, aartsbisschop van Reims. Als koning zette hij zijn vaders strijd tegen de Habsburgse omsingeling verder en vocht hij dus tegen keizer Karel V van het Heilige Roomse Rijk en tegen diens zoon Filips II van Spanje. Uit realpolitik verbond hij zich met de Duitse protestantse vorsten tegen Karel V. Tegenover het calvinisme in zijn eigen koninkrijk stond Hendrik minder tolerant dan zijn vader Frans I, mede aangespoord door de fervent katholieke Diane de Poitiers. Deze repressie culmineerde in 1557 in het Edict van Compiègne, dat de doodstraf voorzag voor calvinistische predikanten en voor wie hun diensten bijwoonde. Hij veroverde in 1552 in Opper-Lotharingen de drie bisschopssteden Toul, Verdun en Metz. De Montmorency leed echter in 1557 tegen Spanje een verpletterende nederlaag bij het Noord-Franse Saint-Quentin en het jaar daarop nog een ernstige nederlaag bij Grevelingen aan het Nauw van Calais. De uitputting van beide landen en het verlangen van de beide katholieke vorsten om vrede te sluiten en zodoende de handen vrij te hebben tegenover de steeds groeiende invloed van het calvinisme, leidden tot de Vrede van Cateau-Cambrésis, op 3 april 1559. Frankrijk mocht Toul, Verdun en Metz behouden, evenals het in 1558 nog door Frans van Guise op Engeland veroverde Calais, Turijn en andere vestingen in Savoie, maar Frankrijk moest afzien van verdere ambities in Italië. Ter bezegeling van het verdrag liet Hendrik zijn dochter Elisabeth van Valois trouwen met Filips II en zijn zuster Margaretha van Valois met Emanuel Filibert van Savoye, die nota bene het bevel had gevoerd over de Spaanse troepen bij Saint-Quentin. Drie van zijn zonen zouden na hem koning van Frankrijk worden, en één dochter koningin. Diane de Poitiers, die tot zijn dood openlijk zijn maîtresse was geweest, werd door diens weduwe Catharina onmiddellijk de deur gewezen, waarop zij zich terugtrok in het kasteel van Anet, dat Hendrik voor haar had laten bouwen. Dood van Hendrik IITijdens een steekspel gehouden op 30 juni 1559 om de Vrede van Cateau-Cambrésis te vieren, trad Hendrik aan op het toernooiveld. Hij droeg op zijn helm de kleuren wit en zwart van zijn minnares Diana de Poitiers. De koning werd dodelijk verwond door zijn tegenstrever Gabriel de Lorges toen een speer afbrak en het linkeroog van Hendrik trof. Ondanks de zorgen van de beroemde Franse arts Ambroise Paré en de Vlaamse anatoom Andreas Vesalius, waarvan men vermoedt dat hij ook aanwezig was, overleed Hendrik. Deze gebeurtenis maakte in Frankrijk een einde aan steekspelen. Hendriks dood luidde een periode van politieke instabiliteit in, mede omdat nog geen van zijn zonen meerderjarig was en Catharina de' Medici dus als regentes moest optreden. De godsdienstige tegenstellingen verscherpten zich zodanig, dat voor Frankrijk circa veertig jaar van Hugenotenoorlogen tussen protestanten en katholieken in het verschiet lagen, waarbij het bovendien Spaanse en Engelse militaire interventies kreeg te verduren. KinderenHendrik II en Catharina de' Medici hadden tien kinderen:
Daarnaast had Hendrik II zeker drie kinderen bij verschillende maîtresses:
Kwartierstaat (voorouders)
Literatuur
Voetnoten
Zie de categorie Henry II of France van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|