Giselbert van Luxemburg
Giselbert van Luxemburg (1007 - 14 augustus 1059) was de vierde graaf van Luxemburg. Giselbert was in 1035 graaf van Longwy en Salm, voogd van de abdij van Echternach en de abdij van Sint-Maximinus. In 1047 volgde hij zijn broer Hendrik op als graaf van Luxemburg. Giselbert liet de eerste muren van de stad Luxemburg bouwen. Hij was berucht om zijn plundertochten in het bisdom Trier maar omdat hij een trouwe aanhanger van keizer Koenraad II de Saliër was, weigerde die de aanklachten tegen Giselbert in behandeling te nemen. Uiteindelijk werden deze kwesties opgelost door bemiddeling van Giselberts broer, bisschop Adalbero III van Metz. Op zijn sterfbed deed Giselbert grote schenkingen aan de abdij van Sint Maximinus. Giselbert was de tweede zoon van graaf Frederik van Luxemburg (Moezelgauw) en Irmentrude van de Wetterau. De naam van zijn vrouw is niet bekend. Giselbert had de volgende kinderen:
Voorouders
Bronnen en noten
|