Het was de vijfentwintigste wedstrijd van het toernooi en werd gespeeld in het Nationaal Stadion in Warschau. De winnaar treft op 27 juni in de halve finale Spanje.
Tsjechië begon het toernooi met een nederlaag tegen de Russen (4-1). De twee daaropvolgende, tegen Griekenland en Polen, won het echter. Door als enige van de vier landen in groep A met 6 punten te eindigen kon het direct door naar de kwartfinale.
Ook Portugal begon het toernooi met een nederlaag: het verloor van Duitsland met 1-0. Vervolgens won het van zowel Nederland als Denemarken. Deze laatste won één wedstrijd, Nederland geen een en Duitsland verloor er geen. Als tweede van de groep plaatste Portugal zich voor de kwartfinales.
Beide landen kwalificeerden zich voor het Europees kampioenschap via de play-offs.
Voorafgaand aan deze wedstrijd troffen Tsjechië en Portugal elkaar twee keer, te beginnen met een kwartfinalewedstrijd bij het EK voetbal 1996, gespeeld op 23 juni1996 in Birmingham, die eindigde in een 1-0-overwinning voor Tsjechië door een treffer van middenvelder Karel Poborský in de 53ste minuut. De meest recente wedstrijd is die van 7 juni2008 in de groepsfase van het Europees kampioenschap voetbal 2008. Het eindigde in een overwinning voor de Portugezen: 1-3. Deco, Ronaldo, Quaresma en Sionko scoorden. Bij dit toernooi bereikte Portugal de kwartfinales, waar het verloor van Duitsland. Tsjechië kwam niet verder dan de groepsfase.
In de groepsfase schoten de Tsjechen in totaal 20 keer op doel en maakten 4 doelpunten. De Portugese voetballers konden 5 keer scoren uit 31 schoten op doel.[2] Dit komt erop neer dat de Portugezen 6 pogingen nodig hadden voor een doelpunt, terwijl het gemiddelde bij de Tsjechen op 5 lag.