Elisabeth van Oostenrijk (1436-1505)
Elisabeth van Oostenrijk (Wenen, circa 1436 — Krakau, 30 augustus 1505) was van 1454 tot 1492 koningin van Polen en grootvorstin van Litouwen. Ze behoorde tot het Huis Habsburg. LevensloopElisabeth was de tweede dochter van hertog Albrecht V van Oostenrijk, die vanaf 1438 onder de naam Albrecht II eveneens Rooms-Duits koning was, en Elisabeth van Luxemburg, dochter van keizer Sigismund van het Heilige Roomse Rijk. In 1453 werd in Breslau een huwelijksverdrag gesloten tussen Elisabeth en koning Casimir IV van Polen (1427-1492). Op die manier kwam het tot een alliantie tussen het Huis Habsburg en het Huis Jagiello. Als bruidsschat moest ze 100.000 Hongaarse gulden betalen, met een betalingstermijn van drie jaar. Ook landerijen in Oostenrijk, Hongarije en Bohemen maakten deel uit van de bruidsschat. In ruil daarvoor moest Casimir IV zijn toekomstige echtgenote een jaarlijks inkomen van 5.000 gulden geven, net als een lijfgeding bestaande uit de steden Kolo, Opoczno en Przedecz dat haar onderhoud als weduwe moest garanderen. Op 10 februari 1454 vond het huwelijk van Elisabeth en Casimir IV plaats in Krakau. Dezelfde dag werd ze in de Wawelkathedraal gekroond tot koningin van Polen. Als compensatie voor het hoge geldbedrag dat ze als bruidsschat moest betalen gaf Casimir haar na de dood van zijn moeder in 1461 vele koninklijke goederen, die de financiële situatie van Elisabeth aanzienlijk verbeterde. Het huwelijk met Casimir verliep gelukkig en als koningin had Elisabeth een zekere politieke invloed. Na het overlijden van haar echtgenoot in 1492 leefde Elisabeth teruggetrokken in Krakau. Ze overleed er in augustus 1505 op ongeveer 69-jarige leeftijd en werd bijgezet in de Wawelkathedraal. NakomelingenElisabeth en haar echtgenoot Casimir IV kregen dertien kinderen:
Kwartierstaat (voorouders)
Bronnen, noten en/of referenties
|