De donkere glimslak (Zonitoides nitidus) is een op zeer vochtig land levende slak uit de familie Gastrodontidae.
Naam
De soortnaam werd in 1774 gepubliceerd door Otto Frederik Müller (1730-1784) als Helix nitidus.[1] Door andere inzichten in de taxonomie is de soort later in het geslacht Zonitoides geplaatst. Als gevolg van deze naamswijziging worden auteursnaam en datum nu tussen haakjes gezet. De naam nitidus verwijst naar de glans van de schelp. Nitidus (latijn) = schitterend, glanzend.
Beschrijving
De schelp
Schelp laag kegelvormig met ongeveer 4,5 convexe langzaam en regelmatig in grootte toenemende windingen gescheiden door een duidelijke maar niet erg diepe sutuur. De laatste omgang is relatief breder dan de overige. De periferie is afgerond bij volwassen dieren en iets kantig bij jongere dieren. De basis van de schelp gaat met een vlakke bocht in de navel over. De navel is diep maar tamelijk nauw en neemt ongeveer 1/5 van de totale schelpdiameter in. De mondopening is bijna cirkelvormig. De mondrand is niet continu, scherp en niet verdikt. De sculptuur bestaat uit onregelmatige fijne radiale streepjes, een spiraalsculptuur ontbreekt. Het schelpoppervlak is verder glad en glanzend. De schelp van het levende dier is doorschijnend en heeft een donkerbruine kleur. Na de dood van het dier is de schelp ondoorzichtig en mat maar behoudt een zeer kenmerkende bruine tot roodbruine kleur.
Afmetingen van de schelp
- hoogte: tot ongeveer 3,5 millimeter
- breedte: tot ongeveer 7,0 millimeter
Habitat
Deze soort leeft op vochtige tot natte plaatsen meestal in de buurt van water. Het is een moeras- en oeverbewoner.
Huidige verspreiding
Deze soort heeft een palearctische verspreiding en komt in heel Europa voor. In Nederland en België vrij algemeen in de geschikte biotopen.
Fossiel voorkomen
Komt in het hele Kwartair in interglacialen voor. In Nederland bekend uit het Tiglien[2][3][4], Bavel Interglaciaal[5], Holsteinien, Belvédère Interglaciaal[6][7], Eemien[8] en Holoceen[4][9][10][11]. In België gevonden in Holocene afzettingen[12].
Verwijzingen
Zie ook
Externe links
Bronnen en verwijzingen
Voetnoten
- ↑ Müller, O. F., 1774. Vermium terrestrium et fluviatilium, seu animalium infusoriorum, helminthicorum, et testaceorum, non marinorum, succincta historia. Volumen alterum. - pp. I-XXXVI [= 1-36], 1-214, [1-10]. Havniæ & Lipsiæ. (Heineck & Faber).
- ↑ Kuijper, W.J., 1973. Kwartaire land- en zoetwatermollusken uit een boring bij Brielle, Nederland. Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 10(4): 111- 137.
- ↑ Meijer, T., 1987. De molluskenfauna van het Waalien in Nederland. Correspondentie Blad van de Nederlandse Malacologische Vereniging, 236: 276-279 and 237: 288-297.
- ↑ a b Meijer, T., 1988. Mollusca from the borehole Zuurland-2 at Brielle, the Netherlands (an interim report). Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie 25: 49-60.
- ↑ Spaink, G., 1968. Een bijzondere continentale molluskenfauna uit het Oud Pleistoceen uit een kleigroeve tussen Bavel en Dorst nabij Breda. Correspondentieblad van de Nederlandse Malacologische Vereniging, 129: 1382-1383.
- ↑ Meijer, T., 1985. The pre-Weichselian non-marine molluscan fauna from Maastricht-Belvédère (Southern Limburg, The Netherlands). Mededelingen Rijks Geologische Dienst, 39: 75-103.
- ↑ Meijer, T., 1991. Molluscan investigation of ice-pushed Pleistocene deposits near Wageningen, The Netherlands. Mededelingen Rijks Geologische Dienst 46: 55-64.
- ↑ Meijer, T., 1973. De land- en zoetwatermollusken van de opgespoten terreinen in het Noordzeekanaalgebied en de Zaanstreek (Nederland, Provincie Noord Holland). Mededelingen Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 10(4): 139-169.
- ↑ Meijer, T., 1975. De Molluskenfauna van enkele Jong-Holocene afzettingen in de IJ-polders bij Amsterdam. Mededelingen Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 12(3): 93-107.
- ↑ Kuijper, W.J., 1990. De mollusken van de Holocene fluviatiele afzettingen bij Hekelingen (Spijkenisse, Zuid-Holland). Basteria, 54: 3-16.
- ↑ Keulen, S.M.A., 1998. Recente en fossiele mollusken van Weustenrade (Gemeente Voerendaal), Zuid Limburg. Correspondentie Blad van de Nederlandse Malacologische Vereniging, 302: 59-63.
- ↑ Kuijper, W.J., 2007. Flora en fauna in en rond een Scheldegeul bij Kallo op het einde van het Atlanticum (Beveren, prov. Oost-Vlaanderen). Relicta, 1: 29-48.
Literatuur
- Adam, W., 1960. Mollusques terrestres et fluviatiles. Faune de Belgique. Bruxelles, 402 pp.
- Benthem Jutting, W.S.S. van, 1933. Mollusca (I) A. Gastropoda Prosobranchia et Pulmonata. Fauna van Nederland, 7: 1-387.
- Gittenberger, E., Backhys, W., Ripken, Th.E.J., 1984. De landslakken van Nederland. KNNV, Hoogwoud, 184 pp. [2e druk]
- Jaeckel, S.G.A., 1962. Ergänzungen und Berichtigungen zum rezenten und quartären Vorkommen der mitteleuropäischen Mollusken. In: Tierwelt Mitteleuropas, Bd II(1), Ergänzung, pp. 25-260.
- Kerney, M.P., Cameron, R.A.D. & Jungbluth, J.H., 1983. Die Landschnecken Nord- und Mitteleuropas. Hamburg/Berlin, 384 pp.
|