Dirk Smits
Dirk Smits (Rotterdam, 20 juni 1702 — Hellevoetsluis, 25 april 1752) was een Rotterdams dichter, vooral bekend door zijn gedichtenbundel De Rottestroom.[1] BiografieDirk Smits was de oudste zoon van Michiel Smits en Elizabeth Meeuwels. Na het bezoek van de school werkte hij op een koopmanskantoor en vervolgens tot 1746 als ambtenaar bij de wijnbelasting. Al vanaf zijn vroege jeugd maakte hij bij verschillende gelegenheden gedichten. In 1733 trad hij in Haarlem in het huwelijk met Kornelia Kloribus, met wie hij acht kinderen kreeg maar waarvan er twee jong stierven. In 1737 publiceerde hij zijn eerste werk Israëls Baälfegors dienst of gestrafte wellust in drie bundels. In 1741 volgde Mengeldichten en in 1743 de uitgave van Over de poëtische verrukking. Vanaf 1746 werkte hij voor de admiraliteit te Hellevoetsluis. In 1750 publiceerde hij zijn gedichtenbundel De Rottestroom, die hij aan stadhouder Willem IV opdroeg. Eind maart 1752 werd hij door een hond in zijn been gebeten en hoewel de hond niet hondsdol was overleed hij op 25 April 1752 aan de gevolgen daarvan. Hij is in Hellevoetsluis begraven. De drie bundels Nagelaten gedichten werden in 1753-1764 door Nikolaes Versteeg uitgegeven. In deel 3 beschrijft Versteeg uitvoerig het leven van Dirk Smits.[2] Werken
Varia
Bronnen, noten en/of referenties
|