Pieter Tanjé
Pieter Tanjé (Bolsward, 15 februari 1706 — Amsterdam, 29 juni 1761) was een Nederlands graveur, etser, tekenaar en kopiist. BiografieTanjé was aanvankelijk schippersknecht op de beurtvaart tussen Bolsward en Amsterdam.[1] In zijn vrije tijd graveerde hij versieringen op tabaks- en snuifdozen. In Amsterdam leerde hij Jacob Folkema kennen, een beroemd graveur die eveneens uit Friesland kwam. Deze adviseerde hem om zich aan de Amsterdamse Stadstekenacademie in te schrijven. Op 24-jarige leeftijd werd hij daar leerling van Bernardus Picart, Jacob Houbraken, Cornelis Troost en Jacob de Wit. WerkenZijn eerste grote werken waren twee prenten, gegraveerd naar schilderijen van Michele Rocca (ook Parmesianiny genoemd): Flora, zittend op de wolken (1734) en de orgelspelende St. Cecilia (1737). Daarna vervaardigde hij een groot aantal boekprenten, onder andere gravuren voor een prentbijbel van de boekhandelaar Isaak Tirion. Tanjé volgde met zijn gravuren veelal de tekeningen van Louis Fabricius Dubourg. Voor de Gemäldegalerie Alte Meister in Dresden vervaardigde hij acht gravuren van historische schilderijen.[2] Hij hield zich daarnaast bezig met het graveren van afbeeldingen van bekende personen. Ook van tekeningen en schilderijen van tijdgenoten maakte hij gravuren, bijvoorbeeld van werken van Cornelis Troost. Voor het tweedelige boekwerk van Johan van Gool De nieuwe schouburg der Nederlantsche kunstschilders en schilderessen produceerde hij meer dan 100 afbeeldingen,[3] voornamelijk naar portrettekeningen van Aart Schouman. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Bronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Pieter Tanjé van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Gemäldegalerie Alte Meister (Dresden), Galeriewerk Heineken, Zusammenstellung der Kupferstiche op Wikimedia Commons.
|