De Geer is een geslacht van ondernemers en politici met takken behorende tot de Nederlandse en Zweedse adel.
Geschiedenis
De oudst bekende voorvader is Lambier de Geer, gegoed bij Luik, vermeld in 1393 en overleden in 1399. De naam betekent "van Geer" in het Frans en dus afkomstig uit de plaats met die naam in de huidige provincie Luik, België. Een afstammeling, Louys de Geer (1535-1602), week om geloofsredenen uit naar Aken en later naar Dordrecht. Diens zoon, Louis de Geer (1587-1652), afkomstig uit Luik, vestigde zich in Zweden als wapenhandelaar. Hij werd daar in 1641 in de adelstand verheven. Beide takken van de familie hebben nog eeuwenlang prominente persoonlijkheden voortgebracht. In 1814 en 1815 werden leden van de Nederlandse takken in de Nederlandse adel verheven.
In Zweden dragen de takken De Geer en De Geer af Finspång de naam met de hoofdletter D; de tak de Geer af Leufstra voert de kleine letter d.
Enkele telgen
Nederlandse telgen
Louys de Geer, heer van Gaillarmont (1535-1602), burger van de stad Luik, koopman en grootgrondbezitter
Maria de Geer (1574-1609); trouwde in 1592 met Elias Trip (1569-1636), ijzer- en wapenhandelaar
Margaretha de Geer (1583-1672); trouwde in 1603 met Jacob Trip (1575-1661), schipper, koopman op de Maas en ijzerhandelaar
Louis de Geer (1622-1695), stichtte kasteel Finspång
mr. Jan Jacob de Geer (1666-1738), woonde op Finspång (-1723), daarna te Utrecht waar hij het huis Nieuwegracht 14 kocht
Jan Jacob de Geer (1714-1781), heer van 't Gein en Oudegein; trouwde in 1755 met Theodora Anna van Haeften van Wadenoyen, vrouwe van 't Gein en Oudegein (1721-1801)
jhr. mr. Jan Jacob de Geer (1825-1884), burgemeester van Vreeland en Nigtevecht 1856-1858
jhr. Willem Carel Pieter de Geer, heer van Oudegein (1759-1831); trouwde in 1782 met Isabelle Charlotte Amalia des H.R.Rijksgravin van Nassau-LaLecq (1755-1842), dochter van Jan Nicolaas Floris van Nassau-LaLecq
jhr. Jan Jacob de Geer, heer van Oudegein (1784-1871), lid provinciale staten van Utrecht 1850-1871
jhr. Willem Carel Emile de Geer (1809-1856), resident, kamerheer i.b.d.
jkvr. Caroline Petronella de Geer (1813-1890); trouwde in 1839 met mr. Gerhard Jan Fabius (1807-1899), lid van het Militair Hooggerechtshof en ridder in de Militaire Willems-Orde
jhr. Anton Theodore Marie van Asch van Wijck (1849-1892), lid gemeenteraad van Zeist, lid provinciale staten van Utrecht; trouwde met jkvr. Petronella Elisabeth Adriana de Geer (1854-1927), dochter van jhr. mr. Egbert Lintelo de Geer (1822-1887), lid gemeenteraad van Amsterdam
jhr. Jan Floris Willem de Geer van Oudegein (1818-1895), luitenant-kolonel en ordonnansofficier van Willem III en van de prins van Oranje (1853-)
jhr. Jan Jacob de Geer, heer van Oudegein (1820-1911), voorzitter waterschap Oudegein
jhr. Barthold de Geer (1761-1835), heer van Jutphaas
De Zweedse kunstenaar Carl Johan De Geer, een directe nazaat, organiseerde in 2014 een tentoonstelling over Louis De Geer in de Zweedse stad Norrköping, getiteld "Reflections on the barbaric 17th century". De tentoonstelling richtte zich met name op zijn betrokkenheid bij de Zweedse industrie en slavenhandel. De kunstenaar kreeg hierop een telefoontje van een Braziliaanse man met de achternaam De Geer wiens voorouders tot slaaf waren gemaakt en door de Zweedse Afrika Compagnie naar Brazilië waren getransporteerd. In reactie daarop vervaardigde de kunstenaar een miniatuurmodel van Fort Carolusborg in het huidige Ghana dat door de compagnie was gebouwd.[2]