Cryptoclidus
Cryptoclidus[1][2] is een geslacht van uitgestorven plesiosauriërs die leefde van het Midden- tot Laat-Jura. Er zijn in dit geslacht twee soorten benoemd. NaamgevingIn 1871 benoemde John Phillips een Plesiosaurus eurymerus op basis van een skelet gevonden in de Bedfordshire en opgenomen in de collectie van het Sedgwick Museum. Het was in 1869 al door Harry Govier Seeley benoemd als Plesiosaurus oxfordiensis maar niet beschreven zodat deze naam een nomen nudum bleef. De soortaanduiding betekent 'breeddij' en kwam voort uit de misvatting dat een dijbeen gevonden was terwijl het een stuk van de schoudergordel betrof. Dit holotype is later verloren gegaan maar specimen NHM R 2860 is aangewezen als neotype. Dit is een vrij volledig skelet. In 1889 hernoemde Richard Lydekker de soort tot een Cimoliosaurus eurymerus maar in 1892 benoemde Seeley een apart geslacht Cryptoclidus. De naam betekent 'met een verborgen sleutel(been)', van het Grieks kryptos en kleis, en verwijst naar de vergissing. Het wordt ook wel gespeld als Cryptocleidus. Plesiosaurus oxoniensis Philips, 1871 (= Muraenosaurus oxoniensis Seeley, 1874, = Cimoliosaurus oxoniensis Lydekker, 1889) is van P. eurymerus een jonger synoniem, evenals Plesiosaurus durobrivensis Seeley, 1892, Muraenosaurus (Cryptoclidus) platymerus Seley, 1892 en Apractocleidus teretipes Smellie, 1916. In 1889 benoemde Lydekker een Cimoliosaurus richardsoni welke in 1909 door Bugolubov hernoemd werd tot een Cryptoclidus richardsoni. Dit kan een tweede geldige soort zijn, gebaseerd op holotype NHMUK PV R6696 uit Dorset. KenmerkenEr wordt geschat dat Cryptoclidus tot zo'n achthonderd kilogram kon wegen, en rond de vier meter lang was. Zijn betrekkelijk kleine kop, die stond op een zeer lange nek, was nogal afgeplat, met de ogen naar boven gericht. De schedel was ruim en lichtgebouwd; de kaken droegen ongeveer honderd boemerangvormige, lange, fijne tanden, die zwak gegroefd waren. De ledematen hadden de vorm van peddels. De vingers zijn lang met tot twaalf kootjes. De goed ontwikkelde voortbewegingsspieren werden gedragen door krachtige, plaatachtige schouder- en heupgordels. LevenswijzeCryptoclidus voedde zich met vis en pijlinktvissen. FylogenieCryptoclidus is een lid van de Cryptoclidia en de Cryptoclididae.
Bronnen, noten en/of referenties
Literatuur
Noten
|