Couvin is een stad in de Belgische provincie Namen. De stad telt bijna 14.000 inwoners. Couvin ligt in het zuidwesten van de provincie, tegen de grens met de provincie Henegouwen en met Frankrijk. Qua oppervlakte is Couvin de op een na grootste gemeente van België na Doornik.
(*) 1982: ICGC (3,41%), INT-CX (1,15%), MIL (3,09%) / 1988: RC (5,99%) / 1994: FN (1,93%), PRET (1,33%) / 2000: SIMONE (3,76%) / 2018: C.H.E. (3,31%), NATION (3,33%) De meerderheid wordt vet aangegeven. De grootste partij is in kleur. (**) De zetelverdeling voor dit jaar ontbreekt of is onvolledig op de verkiezingsdatabase.
Natuur
Het noordelijk deel van de gemeente Couvin ligt in de Fagne, het midden in de Calestienne en het zuidelijk deel in de Lage Ardennen. In deelgemeente Petigny bevindt zich het bos van Petigny met daarin het Meer van de Ry de Rome, een stuwmeer met een oppervlakte van 25 ha. Een deel van Couvin maakt sinds 2022 deel uit van het Nationaal Park L'Entre-Sambre-et-Meuse.
Het dorp was vanaf de 18e eeuw bekend om zijn siderurgie en kanonnenproductie. Tijdens de Eerste Industriële Revolutie opende Hannonet-Gendarme in 1824-26 een hoogoven op cokes, de tweede op het Europese vasteland. De Fonderie Saint-Roch vervaardigde gietijzeren verwarmingsketels, tot het bedrijf in 2018 failliet ging.
In 1978 werd Couvin het strijdtoneel van La Bataille de l'Eau Noire[5]., burgerprotesten tegen de bouw van een geplande stuwdam in de vallei van de Eau Noire op enkele honderden meters afstand van het stadscentrum. Daarbij ging het zowel om ludieke acties, als om gerichte sabotageacties en o.a. een bestorming van het Ministerie van Openbare Werken in Brussel waarbij aanzienlijke vernielingen werden aangericht. Opmerkelijk was ook het inzetten van illegale radio-uitzendingen. Na maanden van protesten werden de bouwplannen definitief geschrapt.
Couvin was ook de oorspronkelijke woonplaats van de Akense architectenfamilie Couven, waarvan Johann Joseph Couven en Jakob Couven de voornaamste representanten zijn.