Carnaval in Maaseik
Het carnaval in Maaseik is een van de oudste carnavals in België en een van de grotere van Belgisch-Limburg. In de stad wordt het Rijnlands carnaval gevierd. GeschiedenisDe oudste schriftelijke melding van het carnaval in Maaseik dateert van 20 juni 1575[1]. In een reglement van de plaatselijke schutterij stond dat de leden contributie moesten betalen voor de vastenavond. Tijdens de Franse (1795-1815) en Nederlandse (1815-1830) bezetting werd het carnaval vaak aan banden gelegd. Volgens een reglement uit 1820 mochten de inwoners zich 's avonds niet gemaskerd op straat begeven. Aangezien het 's avonds niet mocht kan men aannemen dat het overdag wel toegestaan was carnaval te vieren. Al zeker vanaf 1865 en mogelijk ook reeds daarvoor wordt er ieder jaar een optocht gehouden met halfvasten, aanvankelijk de Cavalcade, wat later uitgroeide tot de Internationale Maaseiker Halfvastenstoet. De stoet werd ingericht door het Maeseycker Comiteit der cavalcade van Half-Vasten en geldt als de oudste stoet van België. In het begin van de twintigste eeuw werden er treinen en trams ingelegd om het volk vanuit andere steden naar Maaseik te brengen om de stoet mee te maken. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er geen carnaval gevierd in de stad en dit kwam pas in 1922 terug op gang. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er uiteraard niet gefeest. In 1949 staken enkele vooroorlogse verenigingen de koppen bij elkaar om een nieuwe stoet te organiseren met voor het eerst een, zij het officieuze, prins. Hierna werd besloten om een nieuw carnavalscomité op te richten naar het voorbeeld van het Rijnlandse carnaval zodat in 1950 de eerste officiële prins mee in de stoet ging. In 1952 nam de vereniging de naam De Raod van de Groeëtridders van het Heilig Wammes of kortweg het Heilig Wammes aan. Nog steeds organiseert deze vereniging het carnaval in Maaseik. Twee jaar later werd de eerste carnavalszitting georganiseerd. Jarenlang werd het straatcarnaval zoals dat nu ook nog in Maastricht is beoefend, maar dit is al jaren niet meer. De belangstelling voor carnaval is zoals overal teruglopende en er wordt enkel nog in de cafés gevierd en ook die lopen terug. Het carnavalsseizoenVoorseizoen In 2003 werd ter ere van het 5x11 bestaan een nieuwigheid georganiseerd: Zèngentaere. Er werd een boek uitgegeven met daarin de teksten en melodieën van bekende Maaseiker en Limburgse liedjes die vroeger gezongen werden. Velen zijn carnavalsgerelateerd maar niet alles is carnavalesk. Drie keer op donderdagavond werd steevast in een andere Maaseikse café een oefenavond gehouden zodat iedereen de liedjes kende voor de grote finale op een zaterdagavond in december in een zaal waar ook een grote Limburgse artiest kwam optreden, Beppie Kraft. Het concept viel zo goed in de smaak dat besloten werd om dit ieder jaar te organiseren. In 2008 werd een tweede boek uitgegeven met aanvullingen en andere liedjes die het eerste boek niet haalden. Een paar jaar later werd er gesnoeid in het aantal zèngentaeres en in 2014 werd het zelfs helemaal afgevoerd. Na één jaar onderbreking werd het terug ingevoerd, maar wel nog slechts één keer en enkel op donderdagavond. Desalniettemin zijn deze zangavonden een uniek gegeven in Limburg. De finale van Zèngentaere werd in 2014 vervangen door iets nieuws, het Gala van de buut, waarbij buutereedners de gasten vermaken met hun sketches. Tijdens de advent ligt het carnaval in Maaseik stil tot na Nieuwjaar. Carnaval De echte carnaval wordt op gang getrapt met het oudwijvenbal. Vanaf 20u11 verzamelen oude wijven zich op het stadhuis in Maaseik. De mensen zijn als oud wijf verkleed en dragen een masker (mombakkes) of zijn oud geschminkt. Er worden elk jaar heuse thema's bedacht om als groep hiernaar toe te gaan. Nadat de oude wijven een dik uur lang door de stad getrakteerd worden en intussen de sleutel van het stadhuis aan de prins overhandigd wordt verspreiden de carnavalisten zich hierna over de Maaseiker cafés. Vaak wordt er nog een verkiezing voor Miss Oud Wijf gehouden. Op zondag is een rustige dag in Maaseik met enkel een kinder- en tienerbal. Op carnavalsmaandag beginnen carnavalisten 's middags verkleed in wat ze willen aan hun toch door de Maaseiker cafés. Sinds 1981 vindt op dinsdag in Maaseik een speciale stoet plaats, de kloonjestoet, een stoet waarin uitsluitend clowns deelnemen. Normaliter verkleden ook mensen die niet aan de stoet deelnemen en zich toch willen verkleden zich als clown die dag. Op aswoensdag is het de hele dag afsluitend vieren, dit wordt haring happen of hieëring bieëten genoemd. De cafébazen trakteren hun klanten op een haring en een stuk zwart brood. De stoet De stoet wordt Internationale Maaseiker Halfvastenstoet genoemd omdat wagens uit heel Belgisch- en Nederlands Limburg meedoen, maar ook uit de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. De stoet is een hoogdag voor de Maaseikenaren en een economische topper voor de horeca. Na de stoet is het seizoen gedaan. Bronnen, noten en/of referenties
|