In de tweede helft van de 19e eeuw was Cardrosspark eigendom van de familie MacDonald, onder wie vader Max sr. en zijn zoons Gordon en Alexander jr. De MacDonalds waren van protestantse huize, maar onderhielden goede betrekkingen met de katholieken in Suriname, in ruil voor het kalm houden van hun slaven. In de kronieken van de rk-kerk in Coronie is een schrijven van pater Van Rooij uit 1870 bewaard gebleven, waarin hij zijn overste Swinkels in Paramaribo bericht over het testament van Alexander MacDonald, ten voordele van de kerk.[5]
Bij de emancipatie in 1863 woonden Mary Christina Hamilton en John James Cameron nog met enkele slaven op de verlaten plantage.[6]
De plantage werd in 1887 ter veiling aangeboden.[7]
↑Beknopte geschiedenis der katholieke missie in Suriname door een pater redemptorist. Uitgegeven ten voordele dier missie en meer bepaald der R.K. weeshuizen aldaar. Auteurschap 'een redemptorist'; samenvatting van een niet verschenen werk van pater Adrianus Bossers (door Brinkman toegeschreven aan Cornelius van Coll), Boekdrukkerij M. Alberts, Gulpen, 1884