Bert KaempfertBert Kaempfert, geboren Berthold Kämpfert (Hamburg, 16 oktober 1923 - Majorca, 21 juni 1980) was een Duitse componist, arrangeur en bigbandleider. Bert Kaempfert behoorde samen met Horst Wende, zijn ontdekker voor Polydor/Siemens, Max Greger en James Last tot de succesrijkste Duitse orkestleiders van na de Tweede Wereldoorlog in de veelal Amerikaanse nightclubs. Gedurende een korte periode trad hij op onder het pseudoniem Bob Parker. BiografieOp de muziekschool in Hamburg studeerde hij allerlei muziekinstrumenten: piano, klarinet, saxofoon en accordeon. Hij begon zijn carrière als saxofonist bij het radio-orkest van Hans Busch in Danzig. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in gevangenschap in Denemarken waar hij verliefd werd op een jonge Deense. Uit deze relatie werd zijn oudste dochter geboren. Eveneens tijdens die periode formeerde hij zijn eerste bigband Pik Ass. Na de oorlog ging hij met deze band op de schnabbeltour langs Amerikaanse officiersclubs in Noord-Duitsland. Aan het eind van de jaren veertig componeerde en arrangeerde hij hoofdzakelijk voor de NWDR, later NDR, en Polydor. Begin 1952 stapte hij naast Horst Wende als tweede man in bij Polydor/Siemens team als producer. Voor Freddy Quinn bijvoorbeeld produceerde hij in 1959 Die Gitarre und das Meer, wat een grote hit werd. Ook bewerkte Kaempfert het Duitse volksliedje "Muss i denn zum Städtele hinaus", dat onder de titel "Wooden Heart" Elvis Presley een wereldsucces opleverde. Met Wonderland by Night maakte Kaempfert in 1960 zijn grote internationale doorbraak: In 1961 stond deze hit vijf weken nummer één in de Verenigde Staten. Dat was de eerste keer dat een Duitser een nummer één-hit had in de VS. Een andere compositie van hem, Morgen, bereikte eveneens een hoge klassering in de Amerikaanse Top 20. Zijn absolute top bereikte Kaempfert met het nummer Strangers in the Night, dat door "Ol' Blue Eyes" Frank Sinatra tot de grootste wereldhit van en voor Kaempfert gezongen werd. In 1961 was Kaempfert verantwoordelijk voor de opnames van de zanger Tony Sheridan, die werd begeleid door een tot dan toe onbekende band, The Beatles. Zijn compositie Afrikaan Beat (1962) werd de herkenningsmelodie van het sprookje de Indische Waterlelies in de Efteling, waar het wordt gespeeld door een kikkerorkest en een ganzenensemble. Het nummer Living it up uit 1963 was de tune van de Vlaamse jeugdserie Kapitein Zeppos. Bert Kaempfert stierf plotseling op 56-jarige leeftijd op Majorca ten gevolge van een beroerte. Kaempfert vertoonde in 1961 al symptomen van alcoholverslaving en gebruikte het stimulerende middel Preludin om zijn werkdruk van zestien uur per dag aan te kunnen.[1] Easy listeningKaempferts muziek kan omschreven worden als easy listening en als achtergrondmuziek. Bijna iedereen kent wel zijn A Swingin' Safari, Red Roses for a Blue Lady en Spanish Eyes. Met zijn compositie Strangers in the Night behaalde Frank Sinatra een wereldhit, evenals Al Martino met Spanish Eyes en Nat King Cole met L-O-V-E. Kaempfert schreef zo'n 400 composities en maakte zeker 750 orkestarrangementen. Tot aan zijn dood werden er wereldwijd 150 miljoen platen met zijn melodieën verkocht. Kaempfert-SoundIn de ritmesectie van Kaempferts orkest zaten meestal twee bassisten. De eerste bassist speelde jazzy baslijnen op contrabas ("walking bass"). De tweede bassist speelde gedempte staccato basgitaar met plectrum. De basgitarist (meestal Ladi Geisler) maakte hiervoor gebruik van een 6-snarige bas, de Fender VI. Deze basgitaartechniek werd bekend als de zogenaamde "Knackbass". De twee bassisten speelden of hetzelfde loopje (contrabas dubbelde dan de noten, bijvoorbeeld op A Swinging Safari) of speelden een tegengesteld loopje (Living it Up) of in after-beat (duidelijk hoorbaar in Black Beauty waar de 'punchy' bas aan het einde eerder stil valt). Dit dubbel basgebruik bepaalt voor een groot deel de meteen herkenbare "Kaempfert-Sound". James Last was een van de eersten die beide instrumenten gebruikte in zijn orkest, maar weliswaar speelden beide bassen in zijn arrangementen (anders dan bij Kaempfert) veelal een identieke baslijn. Ook in country en rockabilly werd vaak gebruikgemaakt van een ontdubbelde baslijn, veelal omdat het zachtere geluid van de contrabas technisch gezien zeer moeilijk was om op te nemen. De basgitaar (of baritongitaar) speelde dan dikwijls zogenaamde "tic-tac bass". DiscografieAlbums
SinglesOverzicht hitlijsten
NPO Radio 2 Top 2000
Literatuur
Externe link
Bronnen, noten en/of referenties
|