Belgische wetgevende verkiezingen 1898
Gedeeltelijke wetgevende verkiezingen werden gehouden in België op 22 mei 1898, met een tweede ronde op 29 mei. Onder het systeem van gedeeltelijke hernieuwing vonden verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers plaats in vier van de negen provincies, namelijk Oost-Vlaanderen, Henegouwen, Luik en Limburg. Er vonden ook verkiezingen voor de Senaat plaats in dezelfde provincies. Adolf Daens, die in 1894 verkozen werd voor het arrondissement Aalst, werd overtuigd om niet meer deel te nemen aan deze verkiezingen. Zijn Christene Volkspartij stootte op verzet van conservatieve katholieken, met name Charles Woeste. Geen enkele Daensist raakte verkozen bij deze verkiezingen. Deze verkiezingen waren de laatste algemene wetgevende verkiezingen onder het meerderheidssysteem; vanaf de volgende verkiezingen in 1900 werd een proportioneel systeem gehanteerd. Op 24 juli 1898 vond een buitengewone verkiezing plaats in Bastenaken. Henry Delvaux de Fenffe werd verkozen om Emile Van Hoorde op te volgen, die provinciaal senator werd voor Luxemburg. De katholieken behielden hun ruime absolute meerderheid. Het nieuw gekozen parlement kwam in gewone zitting samen op 8 november 1898. Verkozen volksvertegenwoordigers Zie Kamer van volksvertegenwoordigers (samenstelling 1898-1900) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Zie ook |