Beflijster
De beflijster (Turdus torquatus) is een zangvogel uit de familie van de lijsters (Turdidae). KenmerkenDe beflijster lijkt qua grootte en postuur sterk op de merel. Het mannetje heeft een zwart verenkleed. Op de borst hebben de veren lichte randen, daardoor lijkt het of de borst 'geschubd' is (zie plaatje). Het meest opvallend is een brede witte streep op de borst, de 'bef'. De ondersnavel van het mannetje is oranje. Het vrouwtje is bruin gekleurd en op de borst neigt de kleur naar lichtgrijs. De beflijster is even groot als de merel, 24 tot 26 cm. Onvolwassen vogels hebben geen witte bef, maar alleen lichte spikkels. De alarmroep van de beflijster is een scheldend 'ok-ok-ok', dat lijkt op dat van de merel, maar het klinkt scherper en lager.
LeefgebiedDe beflijster komt voor in bergachtige gebieden in Scandinavië, Verenigd Koninkrijk, Centraal-Europa en de Kaukasus (gebergte) en broedt daar in lichte naaldbossen, sparren en moerasbossen. In West-Noorwegen broedt de vogel ook in struikgewas bijna op zeeniveau (bijvoorbeeld op het eiland Runde.[2]). De soort telt drie ondersoorten:
De beflijster is een trekvogel die overwintert in het Middellandse Zeegebied.
VoedselDe beflijster voedt zich met weekdieren, bessen, insecten en hun larven, maar hoog op het menu staan ook regenwormen. VoortplantingHet nest van de beflijster is een typisch lijsternest, dat door het vrouwtje relatief laag in naaldbomen of moerasbos wordt gebouwd met takjes, stengels, gras, wortels en mos. De vier à vijf blauw-groen en bruin-gespikkelde eieren worden in twee weken uitgebroed. Het broedseizoen loopt van april tot augustus. Na 12 tot 14 dagen zijn de jongen volwassen. Video
Zie ookVoetnoten
Externe links
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Turdus torquatus op Wikimedia Commons.
|