Turkmenistan

Türkmenistan Respublikasy
Kaart
Basisgegevens
Officiële taal Turkmeens
Hoofdstad Asjchabad
Regerings­vorm Republiek
Staatshoofd President Serdar Berdimuhamedow
Religie Islam (89%), christendom (Russisch Orthodox) (9%)[1]
Oppervlakte 488.100 km²[2] (0,49% water)
Inwoners 4.483.251 (1995)[3]
5.528.627 (2020)[4] (11,3/km² (2020))
Bijv. naamwoord Turkmeens
Inwoner­aanduiding Turkmeen (m./v.)
Turkmeense (v.)
Overige
Volkslied Garaşsyz, bitarap, türkmenistanyň döwlet gimni
Munteenheid Turkmeense manat (TMT)
UTC +5
Nationale feestdag 27 oktober (1991-2018)
27 september (2018-heden)
Web | Code | Tel. .tm | TKM | 993
Voorgaande staten
Turkmeense Socialistische Sovjetrepubliek Turkmeense Socialistische Sovjetrepubliek
Sovjet-Unie Sovjet-Unie
1991 (val Sovjet-Unie)
Detailkaart
Kaart van Turkmenistan
Portaal  Portaalpictogram  Landen & Volken
De Karakumwoestijn breidt zich steeds verder uit
Dimitri Medvedev, Gurbanguly Berdimuhamedow en Nursultan Nazarbayev bij de laatste halte van de Dakar-rally in Turkmenbashi
De Kaspische haven van Turkmenbashi
Het stadspark van Asjchabad
Het Mausoleum van Turabek-Khan in Kunyaurgench
Het paardenras de Akhal-Teke is een van de nationale symbolen van Turkmenistan

Turkmenistan (uitspr.: [tʏrkˈmeniˌstɑn]), ook als Toerkmenistan gespeld, officieel Republiek Turkmenistan (Turkmeens: Türkmenistan Respublikasy), is een land in Centraal-Azië dat grenst aan Kazachstan, Oezbekistan, Afghanistan, Iran en de Kaspische Zee. Het land heeft een oppervlakte van 488.100 km² en telde in 2020 ruim 5,5 miljoen inwoners. De hoofdstad is Asjchabad.

Van 1924 tot 1991 was Turkmenistan een onderdeel van de Sovjet-Unie als een van de socialistische sovjetrepublieken (Toerkmenskaja Sovjetskaja Sotsiallistitsjeskaja Respoeblika).

Geschiedenis

Vroege tot vroegmoderne geschiedenis

Tijdens de bronstijd ontwikkelde zich in Turkmenistan de Oxuscultuur rond de rivier Amu Darja. Later werd het gebied onder de naam Margiana deel van het Perzische Rijk: eerst onder de dynastie der Achaemeniden, later onder de Sassaniden. De Oğuzen, een Turkse stam, migreerden in de achtste eeuw vanuit Mongolië naar Centraal-Azië en namen daar de naam Türkmen aan.

In de 11e eeuw trok een aantal Turkse nomadenstammen onder leiding van de Seldjoeken naar Perzië en Klein-Azië, waar ze zich vestigden op gronden die geschikt waren voor veeteeltnomadisme. Zij traden in Klein-Azië op als ghazi's (strijders voor de islam), waarbij de christelijke buurlanden Georgië, Armenië en het Byzantijnse Rijk werden aangevallen. Het Byzantijnse gebied (= het huidige Turkije) werd door hun toedoen veroverd, geïslamiseerd en geturkificieerd.

Van de 16e tot de 19e eeuw werden de oostelijke gebieden van Perzië voortdurend geplaagd door Turkmeense roofovervallen. Hieraan kwam pas een einde door de inlijving van hun woongebieden bij het Russische Rijk in 1885.

Russische overheersing

Plotselinge aanval, een schilderij van Vasili Veresjtsjagin over de strijd in Turkestan

Het gebied viel in 1881 na de val van de Toerkmeense vesting Gök Tépé aan het Russische Rijk. Het werd als Oblast Transkaspië deel van het Generaal-gouvernement Turkestan.

In 1918 werd er een Transkaspische regeringsraad opgericht. In 1922 werd Transkaspië onderdeel van de Turkestaanse Autonome Socialistische Sovjetrepubliek.

In 1924 richtten Stalin en de communisten de Turkmeense Communistische Partij (SSR) en de Turkmeense Socialistische Sovjetrepubliek op, bestaande uit delen van Turkestan en van de chanaten Bochara en Chiva. Op 13 mei 1925 werd de Turkmeense Socialistische Sovjetrepubliek toegelaten tot de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (Sovjet-Unie). Gedurende de jaren twintig en dertig was de communist Nedirbaj Ajtakov (1894-1938) de sterke man. Deze kwam echter om tijdens de stalinistische zuiveringen van de jaren dertig. Sindsdien hadden de stalinisten het in Turkmenistan voor het zeggen.

Op 5 oktober 1948 werd de staat getroffen door een zeer zware aardbeving. Het aantal slachtoffers was lang onduidelijk, maar in 2007 meldde een Turkmeense overheidsinstantie dat de aardbeving 176.000 mensen het leven kostte. Dit komt overeen met meer dan 10% van de toenmalige bevolking.

In 1969 werd Mohammed Nazar Gapoerov eerste secretaris van de TCP. Hij zou tot 1985 aan de macht blijven. Turkmenistan werd een van de belangrijkste katoenproducenten voor de USSR. De veeteelt werd (en wordt) gedomineerd door de schapenhouderij. In 1985 werd Saparmurat Niazov, de voormalige Turkmeense premier, eerste secretaris van de TCP. Ondanks het feit dat de meeste Centraal-Aziatische partijleiders tijdens de glasnost van Michael Gorbatsjov het veld moesten ruimen, kon Niazov gewoon blijven zitten. Op 19 januari 1990 werd Niazov tevens voorzitter van de Opperste Sovjet van Turkmenistan (en daarmee de facto president).

Onafhankelijkheid (1991 - heden)

Tijdens de augustuscoup van 1991 waarbij Gorbatsjov het veld moest ruimen en die tijdelijk hardliners aan de macht bracht, zweeg Niazov. Toen Gorbatsjov 3 dagen na de coup weer de macht in handen kreeg, wist Niazov dat de USSR ophield te bestaan. Niazov werd op 27 oktober 1990 tot president van Turkmenistan gekozen en Niazov transformeerde van stalinist tot nationalist. Op 27 oktober 1991 verklaarde Turkmenistan zich onafhankelijk, wat op 8 december 1991 door Moskou werd erkend.

In 1992 schafte Niazov de TCP af en verving haar door de Democratische Partij van Turkmenistan (DPT). Daarnaast schafte hij het ambt van premier af en begon hij als autocraat te regeren. Oppositieleiders werden al in een vroeg stadium na de onafhankelijkheid gevangengezet en de pers werd gecensureerd. In 1993 schonk Niazov zichzelf de titel Turkmenbashi ('Leider der Turkmenen').

Niazov introduceerde allerlei buitenissige zaken in Turkmenistan: de Ruchnama ('Boek van de Ziel'), een boek waarin hij zijn filosofie uiteen heeft gezet (een mengeling van islamisme, socialisme en nationalisme, met een hoog spiritueel gehalte), alsook het permanente presidentschap (sinds 1999 was Niazov 'president voor het leven') en het voor ieder huishouden verplicht stellen van het hijsen van de nationale vlag bij zonsopkomst en strijken van de nationale vlag bij zonsondergang (iedere dag opnieuw). Ook prijkt het gelaat van de president op alle bankbiljetten.

Hij voerde een feestdag in ter ere van zijn ouders en ook feestdagen voor de meloen en het tapijt. Schoolmeisjes werden verplicht een bontmutsje te dragen. Ook is het sinds augustus 2005 verboden te playbacken, ook in besloten kring.

De persoonsverheerlijking van de Turkmenbashi nam ongewone vormen aan. Hij hernoemde steden, vliegvelden, de maand januari en zelfs een meteoriet naar zijn naam. Bezoekers worden geconfronteerd met verheerlijking van zijn persoon in teksten, opschriften en staatsieportretten.

Net als zijn Oezbeekse ambtgenoot Islom Karimov gaf Niazov blijk van afkeer van het islamitisch fundamentalisme. Zo achtte hij bijvoorbeeld het laten staan van een baard verdacht en dit werd dan ook om 'hygiënische redenen' verboden. Het praktiseren van religie kwam ook onder druk te staan. Zo zijn onder Niazovs regering verschillende religieuze gebouwen, zoals moskeeën, kerkgebouwen en hindoetempels in beslag genomen en/of gesloopt. De grote Kiptsjakmoskee die door Niazov werd geopend in 2004 in Asjchabad bevat naast verzen uit de Koran ook teksten uit Niazovs Ruchnama. Verder moeten moskeeën kopieën van de Ruchnama hebben en worden imams geïnstrueerd om teksten uit dit boek te gebruiken in hun preken.

Op 21 december 2006 overleed Niazov. Zijn taken werden overgenomen door vicepremier Gurbanguly Berdimuhamedow. Parlementsvoorzitter Ovezgeldy Atayev, die in principe waarnemend president zou moeten worden, werd buiten spel gezet door een strafzaak, die kort na de dood van Niazov tegen hem werd aangespannen. Op 11 februari 2007 werden presidentsverkiezingen gehouden, waarbij de bevolking kon kiezen uit zes kandidaten, die allemaal behoorden tot de naaste kennissenkring van Niazov. Berdimuhamedow was volgens de grondwet uitgesloten van deelname, maar de volksraad hief deze beperking op en riep - evenals de vijf andere presidentskandidaten - iedereen op om op Berdimuhamedow te stemmen, waarna hij met bijna 90% van de stemmen werd verkozen tot nieuwe president van Turkmenistan. Een van zijn beloften was het vrij toegankelijk maken van het internet, waarop kort daarna het eerste internetcafé in de hoofdstad Asjchabad opende.

Berdimuhamedow werd op 12 februari 2012 herkozen met 97% van de stemmen. Waarnemers uit voormalige Sovjetstaten bevestigden dat de verkiezingen democratisch waren verlopen, Europese waarnemers weigerden een delegatie te sturen.

Het Turkmeense parlement nam op 12 februari 2022 een resolutie aan waarin vervroegde verkiezingen werden aangekondigd, die op de daaropvolgende 12 maart werden gehouden. Serdar Berdimuhamedow, zoon van de toenmalige president, werd met 72,97% van de stemmen verkozen tot zijn vaders opvolger. Turkmenistan werd daarmee, na Azerbeidzjan, de tweede voormalige Sovjetstaat die een dynastieke opvolging kende.[5][6]

Mensenrechten en godsdienstvrijheid

De islam en de Russische orthodoxie zijn de enige toegestane godsdiensten in Turkmenistan. In 1999 werden een kerk van de zevendedagsadventisten en een tempel van de Hare Krishna-beweging van overheidswege gesloten.

Volgens verscheidene groeperingen, waaronder Amnesty International en Human Rights Watch, worden de mensenrechten zoals de godsdienstvrijheid in Turkmenistan ernstig geschonden.

Verkiezingen in 2008

De eerste parlementaire verkiezingen voor de Mejlis (Turkmeens parlement) werden gehouden op 14 december 2008, met een tweede ronde gepland op 28 december 2008. Verder was er een herverkiezing op 8 februari 2009. Het aantal senaatszetels nam toe van 65 tot 125 op 26 september 2008. Het waren de eerste verkiezingen sinds de Turkmenen onafhankelijkheid verwierven. In de grondwet werd ook opgenomen dat meerdere partijen, en dus andere partijen dan de Democratische Partij van Turkmenistan, mee mochten doen aan de verkiezingen. Toch werden verder geen andere oppositiepartijen opgestart, en aangezien slechts een deel van het land mag stemmen, verkleinde dat de kansen voor de oppositie aanzienlijk. In 2010 herhaalde president Gurbanguly Berdimuhamedow dat de Turkmeense grondwet het toestaat om meerdere partijen op te richten en hij spoorde de burgers aan hun initiatieven te melden. Het is onduidelijk of de partijen echt oppositie zullen mogen voeren, of dat zij net zoals de oppositie in de naburige Centraal-Aziatische staten enkel de macht van de president zullen gaan ondersteunen.[7]

Achtergrond

Ongeveer 90% van de 288 kandidaten voor de 125 zetels waren leden van de DPT, en 10% was lid van aanverwante belangengroepen. Verder lieten bijna alle kandidaten zich uit in het voordeel van toenmalig president Gurbanguly Berdimuhamedow.

Etnische minderheden, zoals de Oezbeekse minderheid, kregen geen toestemming om kandidaten mee te laten doen aan de verkiezingen. Human Rights Watch zei over de verkiezingen: "[de] omstandigheden zijn niet in orde om een vrije en eerlijke verkiezing te houden dat een eerlijke reflectie zou moeten zijn van wat de mensen willen."

De verkiezingen waren ook de eerste waarbij Turkmenen in het buitenland konden stemmen. Stembussen werden geopend in 27 steden, waaronder Wenen, Brussel, Moskou, Berlijn, Londen en Parijs.

Uitslagen

Er waren 13 zetels te winnen in Asjchabad, 19 zetels in Ahal, 11 in Balkan, 26 in de Daşoguz, 26 in de Lebap en 28 zetels in de Mary. De centrale Turkmeense verkiezingscommissie heeft besloten om een tweede stemronde te houden voor de Mejlis.

Twee of meer kandidaten strijden in elk van de provincies om een zetel, en elke kandidaat heeft 50% van de stemmen nodig om een senaatszetel veilig te stellen. Een herverkiezing vindt plaats op 28 december 2008 en op 8 februari 2009. Op 22 december 2008 liet de Turkmeense stemcommissie weten dat in 1 gebied geen van de kandidaten de 50% kreeg en in een andere streek was de uitslag gelijk.

Geografie

Zie Geografie van Turkmenistan voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Turkmenistan grenst in het noordwesten aan Kazachstan (grens: 373 km) in het noorden aan Oezbekistan (1506 km), in het zuidoosten aan Afghanistan (697 km), in het zuiden aan Iran (888 km) en in het westen aan de Kaspische Zee (kustlijn: 669 km). Het land omvat ook nog een aantal eilanden in de Kaspische Zee.

Turkmenistan behoort grotendeels tot de Toeranlaagvlakte. 90% van de oppervlakte bestaat uit zandwoestijnen. De Karakoem is de grootste woestijn. Het land vertoont vrij weinig reliëf, afgezien van de gebergten aan de zuid- en oostgrens en in het noordwesten. Het hoogste punt van Turkmenistan is de Aýrybaba in het uiterste oosten (3138 meter), die deel uitmaakt van de Pamir.

In de woestijngebieden wisselen barchanen en lengteduinen af met zoutbodems (solontsjaks en takyrs). Op de hellingen van de gebergten hebben zich op löss de serozemi (grijze bodems) ontwikkeld (tot 1800 m), die bij irrigatie zeer vruchtbaar zijn. Boven de 1800 m bevinden zich donkere steppe- en weidebodems. De enige afwisseling in het landschap van woestijnen en bergsteppen vormen de oasen en rivierdalen: Tasjaoez, Tsjardzjooe, Mary, Asjchabad en enkele kleinere oasen tussen de Transkaspische spoorweg en de zuidgrens.

In het oosten van het land stroomt de Amoe Darja. De grote lagune in het noordwesten is Garabogazköl, een depressie die in de zomer droog komt te liggen.

Bevolking

  • Inwoners: 5.528.627 (2020) (11,3/km² (2020))
  • Bevolkingsgroei: 1,56%.
  • Kindersterfte: 73 sterfgevallen per 1000 levendgeborenen
  • Verdeling: steden 45%, platteland 55%
  • Levensverwachting: Vrouwen 64,7 jaar. Mannen 57,3 jaar. Totaal 60,9 jaar.
  • Bevolkingsgroepen:
  • Alfabetisme: vrouwen 99,6%, mannen 99,8%, totaal 99,7%.

Taal

Driekwart van de bevolking spreekt Turkmeens dat behoort tot de Turkse taalfamilie en de officiële taal van Turkmenistan is.

Religie

De meerderheid van de bevolking (89%) hangt de soennitische richting van de islam aan. 9% van de bevolking is Russisch-orthodox. De Rooms-katholieke Kerk heeft een missio sui iuris in Turkmenistan met zetel in Asjchabad.

Bestuur

Turkmenistan is een republiek. Het land werd op 27 oktober 1991 onafhankelijk van de Sovjet-Unie. Sinds 2022 is Serdar Berdimuhamedow de president. Turkmenistan is lid van de VN, het GOS, de OVSE, het IMF en de Wereldbank en is aangesloten bij het Partnerschap voor de Vrede van de NAVO.

Bestuurlijke indeling

Zie Provincies van Turkmenistan voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Provincies van Turkmenistan

Turkmenistan is onderverdeeld in vijf provincies (velayat):

  1. Ahal
  2. Balkan
  3. Daşoguz
  4. Lebap
  5. Mary

De provincies zijn zelf verdeeld in districten (etrap) en steden (şäher). De districten zijn onderverdeeld in stadsdistricten, dorpen en plattelandsraden.

Economie

Tot de Eerste Wereldoorlog waren de Turkmenen voornamelijk nomaden die van de veeteelt leefden. Thans zijn geïrrigeerde landbouw (katoen) en veehouderij (wol, Astrachan-wol) de belangrijkste bestaansbronnen. Het land is rijk aan bodemschatten, waaronder ozokeriet, aardolie (o.m. bij Nebit-Dag en Tsjeleken), aardgas, steenkool, zwavel en zout. In de Karakoem-woestijn zijn voorraden magnesium, mineralen en steenkool ontdekt, alsook ca. vijftig nieuwe zoutmijnen. De autosnelweg Asjchabad - Turkmenabad is in aanleg.

Zie ook

Zie de categorie Turkmenistan van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.