Arnoldus Johannes Cornelius Kremer

A.J.C. Kremer
Portret van A.J.C. Kremer, gemaakt bij Atelier Studio te Arnhem op 10 december 1912.
Portret van A.J.C. Kremer, gemaakt bij Atelier Studio te Arnhem op 10 december 1912.
Algemene informatie
Volledige naam Arnoldus Johannes Cornelius Kremer
Pseudoniem(en) Cornelius
Geboren 1828
Overleden 1918
Land Vlag van Nederland Nederland
Beroep schrijver
redacteur
bibliothecaris
Werk
Genre geschiedkunde
natuurkunde
politiek
archeologie
genealogie
Bekende werken Acht zangen bij de Maskerade der Utrechtse Studenten (1851)
Bloemen als Bloomers of de Wijze vrouwen van Palmira (1852)
Een steen des aanstoots, of het godsdienstig leven in Nederland (1862)
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Arnoldus Johannes Cornelius (Arnold) Kremer (Heeze, 28 februari 1828Apeldoorn, 1 april 1918)[1] was een journalist, auteur, genealoog, historicus en redacteur, die bekend werd als hoofdredacteur van de Nieuwe Arnhemsche Courant en bracht daarnaast meerdere publicaties uit met betrekking tot novelle, politiek, geschiedkunde, natuurkunde, opstellen, gedichten, volksverhalen, archeologie en genealogie.[2] Kremer was de zoon van predikant en oculist J.L.A Kremer

Biografie

Kremer werd geboren in Heeze als tweede kind en de eerste zoon van de bekende dominee Johannes Leonardus Arnoldus Kremer, die beter bekend stond als de Ogendominee, en Aaltje Pliester.[3] In de meeste gevallen wordt het jaar 1821 beschouwd als het geboortejaar van Kremer, hoewel dit volgens het Gelders Archief 1828 dient te zijn.[1]

In 1849 trad Kremer in de voetsporen van zijn vader door een studie geneeskunde te volgen in Utrecht. Echter besloot Kremer deze studie niet af te maken en werd uiteindelijk boekhouder in een wolfabriek in Geldrop. In 1868 trad Kremer in het redacteurs vak en een jaar later werd hij alweer hoofdredacteur bij de Nieuwe Arnhemse Courant tot 1878, het jaar dat het blad werd opgeheven. In de 19e eeuw bracht Kremer verschillende publicaties uit en schreef hij meerdere stukken voor tijdschriften zoals bijvoorbeeld De Navorscher. In sommige gevallen schreef Kremer onder het pseudoniem Cornelius, dit was onder andere het geval bij zijn publicatie Hartsgeheimen (1853).[4] Van 1895 tot april 1913 was Kremer nog adjunct-bibliothecaris van de Openbare Bibliotheek te Arnhem.[1][2]

Bibliografie

  • Acht zangen bij de Maskerade der Utrechtse Studenten (1851)
  • Bloemen als Bloomers of de Wijze vrouwen van Palmira (1852)
  • Hartsgeheimen (1853)
  • Een steen des aanstoots, of het godsdienstig leven in Nederland (1862)
  • Mr. Arend Wafelyzers familiepapieren (1863)
  • Beginselen der conservatieve staatkunde (1870)
  • De graven van Hameland en de oorsprong der graven van Nassau. Gelre, Cleve en Zutphen (1873)
  • Banjaard (1879)
  • Een net mensch (1880)
  • I-dicht (1880)
  • Hattuarie (1887)