Het Aartsbisdom Dol (Latijn : Dioecesis Dolensis ) was een Frans rooms-katholiek aartsbisdom , waarvan Dol-de-Bretagne de residentie was. Het werd in 1801 opgesplitst tussen het bisdom Rennes en het bisdom Saint-Brieuc .
Het vroegere bisdom Dol-de-Bretagne
Het bisdom Dol was een van de negen historische bisdommen van Bretagne . Het gebied kwam overeen met het Land van Dol .
Geschiedenis
Volgens de legende werd het bisdom gesticht in de zesde eeuw door de heilige Samson van Dol . Het dankt zijn opkomst aan de negende-eeuwse koningen Nominoë en Salomon , die de religieuze autonomie van Bretagne wensten te verzekeren. In 843 werd het een aartsbisdom. De kerkprovincie omvatte de bestaande bisdommen Vannes , Quimper , Léon en Alet , en de nieuwe bisdommen van Dol, Saint-Brieuc en Tréguier .
Langdurige twisten, waarbij de andere Bretoense bisdommen ook hun onafhankelijkheid nastreefden, werden uitgevochten tot bij de paus. Koning Hendrik II van Engeland , die ook over een groot deel van West-Frankrijk heerste, verdedigde het bestaan van een Bretoens aartsbisdom, maar Filips II van Frankrijk wilde de Bretoense bisdommen laten afhangen van een Frans aartsbisdom, te weten dat van Tours . Filips won: de strijd leidde ten slotte tot de afschaffing van de kerkprovincie Dol in 1195.
Het bisdom zelf werd afgeschaft na de Franse Revolutie , in 1801. Evenals het vroegere bisdom van Saint-Malo maakt het thans deel uit van het aartsbisdom Rennes .
Bisschoppen
Tot 1000
548?: Samson van Dol
c. 567?: Magloire
c. 568?: Budoc
Genève
einde 6e eeuw: Leucher of Leucherus
7e eeuw: Tiernmael of Tigerinomal
c. 640: Restoald
c. 650: Wral
c. 700: Turiau, Thuriau of Thurian
Genève
Restoald
Armael
c. 770: Jumel, Jumael of Junemenus
c. 842: Haelrit
c. 848: Salacon of Salocon
c. 859: Fastarius of Festinianus
c. 878: Mayn I
Lowenan
c. 930: Agano
c. 950–952: Jutohen, Juthoven of Wichoen
c. 990: Mayn II
1000 tot 1300
c. 1030–1032: Jungoneus
1040 tot c. 1076: Juhel
c. 1076: Gilduin
1076 tot 1081: Ivon
1082 tot c. 1092: Johannes I
c. 1093 to c. 1100: Roeland I
c. 1106: Johannes II
c. 1107: Ulgrin of Vulgrin
1107-1130: Baldric
1130 tot c. 1146: Godfried I de Rode
c. 1147 to c. 1154: Olivier
c. 1154–1160: Hugo de Rode
1162–1163: Roger du Homet
1163 to c. 1177: Jan III
1177 to c. 1185: Roeland II
c. 1186–1188: Hendrik I
1189–1190: Jan IV de Vaulnoise
1190–1199: Jan V de La Mouche
c. 1200-1231: Jan VI de Lizaunet
1231 tot c. 1242: Clemens van Coetquen
c. 1242-1265: Etienne I
1266-1279: Jan VII Mahé
1300 tot 1500
1280-1301: Thibaud van Pouancé
1301–1312: Theobald II de Moréac
1312-1324: Jan VIII du Bosc
1324-1328: Willem I Meschin
1328-1340: Jan IX d'Avaugour
1340 -1350: Hendrik II Dubois
c. 1350-1357: Simon Le Mayre
c. 1358 -1366: Nicolas
1366 of 1367–1373: Jan X des Pas
1373 of 1374 tot c. 1377: Godfried II van Coëtmoisan
c. 1378–1381: Peter
1381–1382: Guy van Roye
1382–1386: Everard van Trémignon
1386-1390: Willem II van Brie
1390-1405: Richard van Lesmenez
1405-1429: Etienne II Cœuvret
1431-1437: Jan XI de Bruc
1437-1444: Alain I L'Epervier
1444-1456: Raoul de La Moussaye
1456-1474: Alain II de Coëtivy
1474-1478:Christophe de Penmarch
1478-1482: Michel Guibé
1482-1504: Thomas I James
Vanaf 1500
1504-1521: Mathurin de Plédran
1522–1524: Thomas II Le Roy
1524-1556: François I. de Laval
1556-1557: Jan XII de Matthefélon
1558–1591: Charles d'Espinay
1606–1629: Edmond Revol
1630–1644: Hector Douvrier
1645–1648: Antoine-Denis Cohon
1653–1660: Robert Cupif
1660–1692: Matthieu Thoreau
1692–1702: Jean-François de Chamillart
1702–1715: François Elie de Voyer de Paulmy d'Argenson
1715–1748: Jean-Louis du Bouchet de Sourches
1749–1767: Jean-François-Louis Dondel
1767–1790: Urbain-René de Hercé
Bronnen