In Lucas 2:8-15 wordt verteld dat in de omgeving van Bethlehem een groep herders hun kudde schapen aan het hoeden was, toen plots een engel verscheen, met het goede nieuws voor "het hele volk": "Vandaag in de stad van David, is jullie redder geboren, hij is de Messias, de Heer."
"En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: 'Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft'." De herders gingen hierna op weg en vonden Maria, Jozef en het kind aan zoals het was voorspeld. Wat volgde wordt de aanbidding der herders genoemd.
Theologische interpretatie
Over algemeen wordt aangenomen dat het betekenisvol is, dat de aankondiging eerst aan de herders werd gedaan, de laagste in de sociale rang, en pas daarna aan de wijzen uit het oosten.[1]
De zin "vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft" wordt op verschillende manieren geïnterpreteerd. Voor de een kiest God voor een specifieke groep, voor anderen sluit God niemand uit.