7 mei - Keizer Otto I ("de Grote") overlijdt in Memleben (Thüringen) na een regeerperiode van 37 jaar. Hij wordt opgevolgd door zijn 17-jarige zoon Otto II ("de Rode"), die de absolute heerser van het Heilige Roomse Rijk wordt. Zijn moeder Adelheid wordt aangesteld als regentes en oefent grote invloed uit op Otto. Otto's opvolging leidt tot conflicten in de Duitse hertogdommen in Opper-Lotharingen.[1]
Winter - Otto II ("de Rode") wijst het hertogdom Zwaben toe aan zijn neef Otto en negeert daarmee de aanspraken van Hendrik II ("de Twistzieke"), hertog van Beieren.[2]
Engeland
11 mei - Edgar I ("de Vreedzame") wordt eindelijk tot koning gekroond, tijdens een ceremonie in Bath door aartsbisschop Dunstan. In een raadsvergadering in Chester wordt Lothian (een regio in de Schotse Laaglanden) afgestaan aan Schotland, in ruil voor de trouw van koning Kenneth II. Edgar marcheert met een leger naar Chester, terwijl de marine hem ontmoet via de Ierse Zee. Dit machtsvertoon overtuigt de "Noordelijke Koningen" in de Schotse Hooglanden om zich aan Edgar's heerschappij te onderwerpen.[3]
Religie
Eerste schriftelijke vermeldingen van Brilon en Lemberge.