33e regering van Israël
De 33e regering (ook bekend als het kabinet–Netanyahu III) was de uitvoerende macht van de Staat Israël van 18 maart 2013 tot 14 mei 2015. Premier Benjamin Netanyahu (Likoed) stond aan het hoofd van een coalitie van Likoed, Yisrael Beiteinu, Yesh Atid, Het Joodse Huis en Hatnuah. Na minder dan één jaar en negen maanden ontsloeg premier Netanyahu vanwege oplopende meningsverschillen op 2 december 2014 minister van Financiën Yair Lapid (Yesh Atid) en minister van Justitie Tzipi Livni (Hatnuah). Beiden keerden zich onder meer tegen een wetsvoorstel waarin de Joodse identiteit van Israël zou worden vastgelegd. Ook deelde hij mee zijn regering te willen ontbinden. De dag erop besloot het parlement om op 17 maart 2015 nieuwe verkiezingen te houden.[1] SamenstellingHet kabinet-Netanyahu III had een rechts-centrale signatuur en bestond behalve uit zijn eigen partij de Likoed ook uit Jisrael Beeténoe met wie het één lijst vormde tijdens de verkiezingen van januari 2013, plus drie nieuwkomers: Het Joodse Huis, Yesh Atid en Hatnuah. In de 19e Knesset beschikten deze vijf partijen over 68 van de 120 zetels. In deze coalitie overheersten de rechtse partijen, Likoed, Jisrael Beeténoe en Het Joodse Huis beschikten bij elkaar over 50 zetels. Opvallend ten opzichte van het vorige kabinet was de afwezigheid van de ultraorthodox-joodse partijen; Shas en Verenigd Thora-jodendom deden dit keer niet mee. Dit had te maken met de grote bezwaren die leven in de Israëlische samenleving tegen de privileges die ultraorthodoxe joden genieten, zoals bijvoorbeeld de vrijstelling van de militaire dienstplicht, het ontvangen van uitkeringen en de geringe vertegenwoordiging op de arbeidsmarkt. Het nieuwe kabinet was van plan deze voorrechten aan te pakken. Op aandrang van Yesh Atid en Hatnuah zou het vredesproces met de Palestijnen opnieuw ter hand worden genomen; vraag was wel wat daarvan zou terechtkomen gezien de zeer nationalistische koers van Likoed-Jisrael Beeténoe en Het Joodse Huis (de hiervoor belangrijke portefeuilles van defensie en huisvesting waren hen toegevallen, zie hieronder). De portefeuilleverdeling was onder andere als volgt: Likoed kreeg het premierschap (Benjamin Netanyahu) plus binnenlandse zaken (Gideon Sa'ar) en defensie (Moshe Ya'alon), Jisrael Beeténoe buitenlandse zaken (bestemd voor Avigdor Lieberman maar vanwege de tegen hem lopende strafzaak tot november 2013 door Netanyahu behartigd), Het Joodse Huis huisvesting (Uri Ariel) en economische zaken (Naftali Bennett), Yesh Atid financiën (Yair Lapid) en onderwijs (Shai Piron) en Hatnuah justitie (Tzipi Livni) en milieu (Amir Peretz). In afwijking van de vorige regeringen ontbraken de vicepremiers. In november 2013 werd Avigdor Lieberman vrijgesproken van een strafzaak en nam hij de post van Israëlische minister van buitenlandse zaken weer op zich. Ya'alon is een oud-stafchef en geldt als een hardliner. Van Ariel van Het Joodse Huis werd - naar de wens van zijn achterban - een verdere uitbouw van de Israëlische nederzettingen op de Westoever verwacht. Voorman Bennett van dezelfde partij had de verantwoordelijkheid voor een bezuiniging van boven de vier miljard sjekel die de nieuwe regering de eerste achttien maanden van haar termijn wilde doorvoeren. Voorvrouw Livni van Hatnuah nam de vredesonderhandelingen met de Palestijnen op zich; van alle nieuwe kabinetsleden was zij naar verhouding nog het meest aanvaardbaar voor de Palestijnse Autoriteit. Peretz - ook van Hatnuah - was in het kabinet-Olmert minister van Defensie en als zodanig medeverantwoordelijk voor de slechtverlopen inval in Libanon in 2006. Van de 30 kabinetsleden waren zes vrouw: vier ministers en twee viceministers.[2] Deelnemende partijen
'* Likoed en Jisrael Beeténoe vormden tot 7 juli 2014 één partij met 31 zetels in de Knesset. Hatnuah en Yesh Atid stapten eind 2014 uit de regering nadat Tzipi Livni en Yair Lapid door premier Netanyahu waren ontslagen. Struikelblokken waren onder meer de te varen koers richting de Palestijnen, de hoogte van het defensiebudget en een wetsvoorstel om de Joodse identiteit van Israël vast te leggen. Ambtsbekleders
Verhoging van de kiesdrempel en limitering van het aantal ministersOp 11 maart 2014 werd door de Knesset met de stemverhouding 67-0 een wetsvoorstel aangenomen dat het aantal ministers van de toekomstige Israëlische regeringen in eerste instantie beperkt tot hoogstens achttien ministers. Dit aantal kan met goedkeuring van zeventig Knesset-leden eventueel worden verhoogd. Het maximale aantal viceministers wordt beperkt tot vier. Verder werd de post minister zonder portefeuille afgeschaft. Op dezelfde dag werd met dezelfde stemverhouding ook een wetsvoorstel aangenomen dat de kiesdrempel bij de volgende Israëlische parlementsverkiezingen van 2 % naar 3,25 % verhoogt.[10] De oppositie onthield zich van deelname aan de stemming. Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
|