Wolter Hendrik Hofstede (1783-1850)
Wolter Hendrik Hofstede (Assen, 26 januari 1783 - Den Haag, 27 december 1850) was een Nederlands rechter en politicus.[1] FamilieHofstede was een zoon van mr. Petrus Hofstede (1755-1839), landdrost en gouverneur van Drenthe en Susanna Christina Kymmell (1758-1825). In 1819 trouwde hij met Maria Wilhelmina Servatius (1799-1873), waaruit een dochter werd geboren.[2] Hij liet in dat jaar in Assen het Huis met het Stoepie bouwen. LoopbaanHofstede studeerde Romeins en hedendaags recht in Groningen en promoveerde in 1804 op zijn dissertatie De cautione usufructuaria a testatore no remittenda. Hij vestigde zich als advocaat-fiscaal in zijn geboorteplaats. Hij was vervolgens inspecteur der veenderijen (1807-1816), vrederechter in het kanton Assen (1815-1833), provinciaal betaalmeester (1816-1824), administrateur van 's Rijks schatkist (1824) en vanaf 1832 adjunct-houtvester. In 1807 werd Hofstede gemeenteraadslid in Assen. Van 17 mei 1830 tot 15 oktober 1832 was hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Na zijn Kamerlidmaatschap werd hij raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden (1833-ovl.). Hofstede werd benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij overleed in 1850 op 67-jarige leeftijd. Bronnen, noten en/of referenties
|