Wladimir de Vries
Hendrik Wladimir Albrecht Ernst (Wladimir) de Vries (Groningen, 3 november 1917 – Zuidlaren, 30 juli 2001) was een Nederlandse beeldhouwer. Leven en werkDe Vries werd geboren in een schippersgezin. Als zevende zoon werd hij traditiegetrouw genoemd naar een lid van het Koninklijk Huis, prins Hendrik. De Vries voer mee met zijn ouders en was als jongen aan boord al aan het tekenen. In 1927 leed het gezin schipbreuk voor de kust van Zweden. De Vries ging daarna naar de lagere school en vervolgens naar de ULO in Groningen. Hoewel hij naar de kunstacademie wilde, moest hij van zijn ouders eerst de kweekschool doorlopen. In zijn kweekschooltijd ging De Vries zijn tweede voornaam gebruiken, ter onderscheiding van de andere Groninger kunstenaar met de naam Hendrik de Vries. In 1939, het laatste jaar van zijn opleiding, stapte De Vries alsnog over naar Academie Minerva, waar hij les kreeg van onder anderen Willem Valk, A.W. Kort en C.P. de Wit.[2] Hij wilde aanvankelijk schilder worden, maar werd door Valk gestimuleerd zijn talent als beeldhouwer te ontwikkelen. Hij assisteerde Valk onder andere bij diens Monument voor het gevallen spoorwegpersoneel in Utrecht. Op aanbeveling van Valk assisteerde hij Corinne Franzén-Heslenfeld bij haar Verzetsmonument voor Utrecht (1949) en het Oorlogsmonument voor Noordwijk (1952). Als zelfstandig beeldhouwer had hij zijn atelier in Haren. Naast beeldhouwer was De Vries van 1958 tot 1963 verbonden als docent handenarbeid (MO) aan de School voor Handenarbeid in Groningen. OeuvreHet oeuvre van De Vries is breed: van gevelstenen, mozaïeken en muurplastieken tot verzetsmonumenten en grafstenen. Daarnaast maakte hij veel vrijstaande beelden, in brons of natuursteen. Zijn werk is vooral te vinden in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Bekende beeldhouwwerken van De Vries in de stad Groningen zijn het Veulen aan de Radesingel, Landbouw en veeteelt (een Stedenmaagd, onder de bevolking bekend als "Blote Bet") op de Herebrug en de Wisent in het Noorderplantsoen. De Vries werkte figuratief, waarbij de vrouw een vaak terugkerend thema was. De sensuele uitstraling van sommige van zijn werken leidde soms tot discussie met opdrachtgevers en publiek. Vanaf de jaren zestig werd de vraag naar abstracte kunst groter, De Vries bleef echter het figuratieve werk trouw. Bij een tweetal beelden heeft hij zijn onderwerpen flink vergroot weergegeven, waardoor deze een abstracte uitstraling kregen; de Schakels (1967) in Oosterwolde en de Vleugelmoeren (1970) in Hoogeveen. Werken (selectie)
Galerij
Zie ookExterne linkBronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Wladimir de Vries van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|