Wilhelmus Coenders van HelpenWilhelmus (Wilhelm) Coenders van Helpen (14 april 1572 - Leerort, 11 augustus 1639) was militair, landdrost van Leerort en borgheer van de borg Fraam nabij Huizinge in Groningen. Leven en werkCoenders, zoon van Derck Coenders van Helpen en diens derde echtgenote Anna Tamminga, leidde een actief bestaan als militair. Hij behoorde tot het Staatse leger en was betrokken bij de veroveringen van Lingen, Groningen, Rheinberg, Sluis, Steen, IJzendijke, Aardenburg, Gulik, Oostburg en de Schenkenschanz. Hij raakte meerdere malen bij de gevechtshandelingen gewond, onder andere bij Aardenburg, Eeklo en Oostende. In 1618 werd hij benoemd tot drost en bevelhebber van de vesting Leeroort. In datzelfde jaar volgde hij zijn overleden halfbroer Frederik Coenders van Helpen, burgemeester van Groningen, op als borgheer van de nabij Huizinge gelegen borg Fraam. Hij overleed in augustus 1639 in zijn woonplaats Leerort. Zijn lijk werd naar Huizinge gebracht waar hij werd begraven in de Johannes de Doperkerk. Een grafzerk in het koor herinnert aan hem en aan zijn krijgsverrichtingen. De zerk werd in opdracht van zijn schoonzoon Berend Coenders van Helpen gemaakt en op zijn graf aangebracht. De zerk was zo groot, dat er een sleuf in de muur van het koor gehakt moest worden om de zerk op haar plaats te krijgen.[2] Hij wordt ook vermeld op een luidklok uit 1629, die vanaf 1907 niet meer in de kerk aanwezig is.[3] De tekst op de klok luidt als volgt:[3]
Hij trouwde op 2 november 1606 in Groningen met Elisabeth Rolteman en kreeg 2 kinderen:
Bronnen
Noten
|