Het kampioenschap kwam voort uit het internationaal kampioenschap voor constructeurs, wat tussen 1970 en 1972 werd gehouden. Het principe bleef bestaan dat er enkel een kampioenschap open stond voor constructeurs, en het zou pas in het seizoen 1979 zijn dat er een apart kampioenschap voor rijders werd ingevoerd. Het seizoen werd gestrekt over dertien evenementen, bestaande uit veelal bekende rally's als die van Monte Carlo, Zweden, Kenia, Griekenland, Finland en Groot-Brittannië. De combinatie Alpine-Renault domineerde in grote lijnen het seizoen en werden gekroond als de eerste officieuze wereldkampioenen.
Nieuwe reglementen
Een nieuw puntensysteem werd geïntroduceerd. De verdeling was als volgt: winnaar: 20 punten, tweede: 15, derde: 12, vierde: 10, vijfde: 8, zesde: 6, zevende: 4, achtste: 3, negende: 2, tiende: 1 punt. Enkel de beste geplaatste auto van elke constructeur kon punten pakken.
Kalender
De kalender bestond uit dertien evenementen, die voorheen deel hadden uitgemaakt van het internationaal kampioenschap voor constructeurs en het Europees kampioenschap rally. Monte Carlo kreeg de eer het inaugurele wereldkampioenschap eind januari te openen.