De wereldbeker veldrijden 2020-2021 was het 28ste seizoen van het regelmatigheidscriterium in het veldrijden. De wereldbeker werd georganiseerd door Flanders Classics onder auspiciën van de Internationale Wielerunie (UCI) en kan gezien worden als het belangrijkste regelmatigheidscriterium in het veldrijden. Het is tevens de meest internationale.
De wereldbeker had aanvankelijk veertien crossen, maar vanwege de coronapandemie waren de crossen van Waterloo, Dublin, Koksijde, Besançon, Antwerpen, Zonhoven, Diegem, Villars en Hoogerheide komen te vervallen en bleven er vijf crossen over.
De wereldbeker bestond uit de volgende categorieën:
Mannen elite: 23 jaar en ouder
Vrouwen elite: 19 jaar en ouder
Mannen beloften: 19 t/m 22 jaar
Jongens junioren: 17 t/m 18 jaar
Meisjes junioren: 17 t/m 18 jaar
Voor de vrouwen beloften (19 t/m 22 jaar) was geen aparte categorie. Zij reden de wedstrijden bij de vrouwen elite. Er werd wel een wereldbekerklassement opgemaakt en per wereldbekerwedstrijd een aparte podiumceremonie georganiseerd voor de vrouwen beloften.
Puntenverdeling
Punten werden toegekend aan de eerste vijfentwintig crossers per categorie, aan de hand van de volgende tabel:
Puntenverdeling
Positie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
Punten
40
30
25
22
21
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Voor de categorieën mannen beloften, jongens junioren en meisjes junioren, werden alleen de beste 4 resultaten per renner in rekening genomen voor het wereldbekerklassement.[1]
Vanaf het seizoen 2020-2021 werd er voor het eerst, een rangschikking per land opgemaakt, door een totaaltelling van de eerste drie rijders per land van de volgende categorieën: mannen elite, vrouwen elite, mannen beloften, vrouwen beloften, jongens junioren en meisjes junioren. Bij een gelijke stand, was de klassering van de beste individuele rijder doorslaggevend. De rangschikking werd opgemaakt per wereldbekerwedstrijd, per categorie. Er werd geen algemeen landenklassement opgemaakt over het seizoen of over de categorieën opgeteld.
Hoewel de vrouwen beloften deelnamen aan dezelfde races als de elite-categorie, hadden de vrouwen beloften hun eigen algemeen klassement en per wereldbekerwedstrijd een aparte podiumceremonie.
De stand van de vrouwen beloften werd opgemaakt aan de hand van de behaalde punten/resultaten in de vrouwen elite categorie. Er werd voor de wereldbekerpunten geen geschoonde ranglijst opgemaakt. De onderstaand vermelde uitslagen, zijn de behaalde uitslagen in de elitewedstrijd.
In onderstaande tabel volgt de verdeling van het prijzengeld per categorie.[2][3][4] Het prijzengeld was herzien naar aanleiding van de gevolgen van de coronapandemie. Doordat er uiteindelijk maar 5 van de 14 crossen doorgang hebben gevonden, had de UCI het prijzengeld voor het algemeen klassement verlaagd. Ook het prijzengeld per cross voor de mannen en vrouwen elite is naar beneden bijgesteld; vanwege het uitblijven van toeschouwers, haalden de organisatoren immers minder inkomsten binnen.
Pos.
Per cross
Algemeen klassement
Mannen elite
Vrouwen elite
Mannen U23
Mannen junioren
Vrouwen junioren
Mannen/vrouwen elite
Herzien
Aanvankelijk
Herzien
Aanvankelijk
Herzien
Aanvankelijk
1.
€ 4.000
€ 5.000
€ 4.000
€ 5.000
€ 175
€ 150
€ 150
€ 22.500
€ 30.000
2.
€ 2.700
€ 3.500
€ 2.700
€ 3.500
€ 120
€ 100
€ 100
€ 15.000
€ 20.000
3.
€ 2.300
€ 3.000
€ 2.300
€ 3.000
€ 90
€ 70
€ 70
€ 10.000
€ 16.000
4.
€ 2.000
€ 2.700
€ 2.000
€ 2.700
€ 70
€ 60
€ 60
€ 8.000
€ 14.000
5.
€ 1.800
€ 2.500
€ 1.800
€ 2.500
€ 60
€ 50
€ 50
€ 7.000
€ 12.000
6.
€ 1.500
€ 2.000
€ 1.500
€ 2.000
€ 50
€ 50
€ 50
€ 6.000
€ 10.000
7.
€ 1.350
€ 1.800
€ 1.350
€ 1.800
€ 50
€ 50
€ 50
€ 5.000
€ 9.000
8.
€ 1.200
€ 1.600
€ 1.200
€ 1.600
€ 50
€ 40
€ 40
€ 4.500
€ 8.000
9.
€ 1.050
€ 1.400
€ 1.050
€ 1.400
€ 50
€ 40
€ 40
€ 4.000
€ 7.000
10.
€ 900
€ 1.200
€ 900
€ 1.200
€ 50
€ 40
€ 40
€ 3.500
€ 6.000
11.
€ 720
€ 1.000
€ 720
€ 1.000
€ 30
€ 30
€ 30
€ 3.000
€ 5.000
12.
€ 675
€ 900
€ 300
€ 360
€ 30
€ 30
€ 30
€ 2.500
€ 4.000
13.
€ 650
€ 850
€ 250
€ 340
€ 30
€ 30
€ 30
€ 2.000
€ 3.000
14.
€ 600
€ 800
€ 225
€ 320
€ 30
€ 30
€ 30
€ 1.750
€ 3.000
15.
€ 550
€ 750
€ 200
€ 300
€ 30
€ 30
€ 30
€ 1.500
€ 2.000
16.
€ 500
€ 700
€ 180
€ 280
€ 20
–
–
€ 1.500
€ 2.000
17.
€ 450
€ 650
€ 170
€ 260
€ 20
–
–
€ 750
€ 1.000
18.
€ 400
€ 600
€ 150
€ 240
€ 20
–
–
€ 600
€ 1.000
19.
€ 350
€ 550
€ 140
€ 200
€ 20
–
–
€ 500
€ 1.000
20.
€ 330
€ 500
€ 130
€ 200
€ 20
–
–
€ 400
€ 1.000
21-30
€ 320
€ 450
€ 110
€ 160
–
–
–
–
–
31-40
€ 240
€ 300
–
–
–
–
–
–
–
Totaal
€ 29.625
€ 39.500
€ 22.365
€ 29.820
€ 1.015
€ 800
€ 800
€ 100.000
€ 155.000
Rood gearceerde tekst: verhoging prijzengeld t.o.v. voorgaand seizoen
Groen gearceerde tekst: herziening prijzengeld naar aanleiding van de gevolgen van de coronapandemie