De ligging aan de Surinamerivier, nabij het Fort Zeelandia, dat in de 17e eeuw als versterking voor de Nederlandse kolonie werd gebouwd, maakte dat de Waterkant als eerste straat van de stad werd aangelegd. Veel van de toenmalige bebouwing is verloren gegaan tijdens de stadsbrand van 1821. Na de brand gaf de architect Johan August Voigt Paramaribo een nieuw stadsgezicht door de bouw van een ensemble van monumentale witte gebouwen aan de Waterkant.[1] De ligging bij het water en het kenmerkende stadsbeeld, met veel monumentale gebouwen en nationale instituties, maakt dat in vrijwel alle landsbeschrijvingen van Suriname en in zeer veel bellettrie de Waterkant vermelding vindt.
In 2021 kende de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank een lening van vijf miljoen Amerikaanse dollar toe om de Waterkant aantrekkelijker te maken voor toeristen.[2]
Beschrijving
De Waterkant is een van de belangrijkste straten van de stad. De straat loopt van het Onafhankelijkheidsplein (het voormalige Gouvernementsplein, later Oranjeplein) evenwijdig aan het water op de linkeroever van de Surinamerivier tot voorbij de Centrale Markt en eindigt op het kruispunt waar twee andere belangrijke verkeersaders van de stad beginnen: de Saramaccastraat in het verlengde van de Waterkant verder zuidelijk, en de Dr. Sophie Redmondstraat in westelijke richting. Zowel in de koloniale als in de moderne tijd heeft de Waterkant een belangrijke rol gespeeld in het leven van Paramaribo. Er liggen belangrijke gebouwen aan de straat als het Hoekhuis (op de hoek met het Onafhankelijkheidsplein), grote koloniale woningen, de Centrale Bank van Suriname, de Waag en de Lutherse Kerk. Ter hoogte van de Centrale Markt is de rivier niet meer te zien, omdat de markthallen pal aan de rivier liggen. Het gedeelte tussen het Onafhankelijkheidsplein en de Keizerstraat is nogal altijd een van de best bewaard gebleven eenheden van koloniale architectuur in de stad. De overzijde van de straat is met kleine kiosken, eetkraampjes, banken en bomen een populaire bestemming voor flaneerders en zondagstoeristen.
Steigers
Aan de Waterkant liggen vier belangrijke steigers: de oudste is de Stenen Trap aan het Onafhankelijkheidsplein (vroeger gebruikt voor officiële gouvernementsboten aanlegplaats van de schepen met immigranten), later werd even stroomafwaarts bij Fort Zeelandia hiervoor de grotere Marinetrap aangelegd. Als derde is er de SMS-steiger ter hoogte van de Waag (hier vertrekken pakboten naar de districten) en ten slotte de veersteiger (waar de veerboot naar Meerzorg vertrekt; met aan de overzijde van de weg de centrale busstandplaats van Paramaribo).
In het verleden bevond zich aan de Waterkant 64 ook het monumentale Hoofdbureau van Politie. Het was een gebouw met drie verdiepingen. De voorgevel had de vorm van een halve cilinder waardoor het gebouw ook wel de bijnaam lontu oso (rond huis) kende. Op 25 februari 1980 werd dit pand tijdens de Sergeantencoup door de militairen beschoten met fosforgranaten en daardoor volledig platgebrand.[3] Het militaire regime liet hier een jaar later het Monument van de Revolutie plaatsen.[4]
Op zondagmiddag 21 januari 1821 brak rond half twee brand uit in een huis op de hoek van het Gouvernementsplein en de Waterkant. De brand bleef vervolgens overslaan op andere huizen tot de brand de volgende dag om twaalf uur onder controle was. In tien straten brandden alle huizen af. Ook andere straten werden zwaar getroffen, waaronder veel huizen aan het toenmalige Gouvernementsplein.[16] In 1832 brak opnieuw een grote stadsbrand uit die in de Heiligenweg ontstond. Uiteindelijk gingen vijftig panden in rook op. Deze keer ontstond de stadsbrand niet toevallig, maar was die aangestoken door enkele weggelopen slaven. Drie van hen – Kodjo, Mentor en Present – werden ter dood veroordeeld. Een bijkomend gevolg was dat slaven sindsdien strenger gestraft werden.[17]