Op grond van een beslissing van de gezamenlijke internationale tennisbonden[1] speelden deelneemsters uit Rusland en Wit-Rusland zonder hun nationale kenmerken.
Enkelspel
De als eerste geplaatste titelhoudster Iga Świątek was haar titel niet komen verdedigen, wegens een blessure.[2]
Het vijftiende reekshoofd, Petra Kvitová uit Tsjechië, won het toernooi. In de op zaterdag 1 april gespeelde finale versloeg zij de als tiende geplaatste Kazachse Jelena Rybakina in twee sets, met een zeer lange tiebreak (16–14) in de eerste set. Kvitová wist voor het eerst in haar loopbaan het toernooi van Miami op haar naam te schrijven. Het was haar dertigste WTA-titel, de eerste van dat jaar. Zij incasseerde US$ 1.262.220 prijzengeld op dit toernooi.
Het eerste reekshoofd, Barbora Krejčíková en Kateřina Siniaková, had zich kort voor aanvang van het toernooi afgemeld, wegens een polsblessure van Siniaková.
Het als tweede geplaatste Amerikaanse duo Cori Gauff en Jessica Pegula won het toernooi. In de finale versloegen zij het ongeplaatste koppel Leylah Fernandez en Taylor Townsend in twee sets, met een tiebreak in de eerste set. Het was hun vijfde gezamenlijke titel. Gauff had daarnaast drie eerdere dubbelspeltitels met één andere partner; Pegula ook drie, met verschillende partners.