Verkiezingen in Oostenrijk
Er worden verkiezingen in Oostenrijk gehouden voor de Bondspresident, voor het parlement, voor de deelstaten en de gemeenteraad. Het algemeen kiesrecht voor mannen werd in 1907 in Oostenrijk-Hongarije ingevoerd. Vrouwen in Oostenrijk kregen in 1919 na de ondergang van de monarchie algemeen kiesrecht. De kiesgerechtigde leeftijd werd in 2007 van 18 naar 16 jaar verlaagd.[1] BondspresidentsverkiezingenDe Bondspresident is het staatshoofd van Oostenrijk. Er worden iedere zes jaar vinden er verkiezingen voor een nieuwe Bondspresident gehouden, de laatste keer in 2016. Zie Oostenrijkse presidentsverkiezingen 2016 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Geen enkele kandidaat haalde op 24 april 2016 de voorgeschreven meerderheid waarna de twee kandidaten met de meeste stemmen, Norbert Hofer van de FPÖ en Alexander Van der Bellen van Die Grünen, zich moesten opmaken voor een tweede ronde die op 22 mei 2016 plaatsvond. Die werd nipt door Van der Bellen gewonnen. De uitslag werd op 1 juli 2016 door het Grondwettelijk Hof ongeldig verklaard omdat er bij de verkiezingen onregelmatigheden waren geconstateerd. De tweede ronde werd op 4 december 2016 herhaald en toen alsnog door Van der Bellen gewonnen. Van der Bellen volgde op 26 januari 2017 Heinz Fischer als bondspresident op.
Verkiezingen voor de Nationale RaadOostenrijk heeft een tweekamerstelsel, dat uit de Bondsraad en de Nationale Raad bestaat. Er vinden om de vijf jaar rechtstreekse verkiezingen voor de Nationale Raad, het lagerhuis, plaats. Dat was tot een wetshervorming in 2007 om de vier jaar. De Bondsraad wordt getrapt gekozen en telt partijgebonden vertegenwoordigers van de verschillende deelstaten of bondslanden van Oostenrijk. Zie Oostenrijkse parlementsverkiezingen 2013 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De laatste parlementsverkiezingen vonden op 29 september 2013 plaats en werden door de Sociaaldemocratische Partij van Oostenrijk SPÖ en haar coalitiepartner, de Oostenrijkse Volkspartij ÖVP gewonnen. Hoewel beide partijen bij de verkiezingen zetels verloren bleef de coalitie over een meerderheid in de Nationale Raad beschikken. Er geldt een kiesdrempel van 4%.
De 61 leden van de Bondsraad worden op basis van evenredige vertegenwoordiging gekozen door de verschillende landdagen van de deelstaten voor termijnen van 4 of 6 jaar.
DeelstaatsverkiezingenOostenrijk is een federale staat en telt negen deelstaten of bondslanden. De deelstaten kennen een grote mate van autonomie wat betreft interne aangelegenheden. De parlementen van de bondslanden, de landdagen worden op basis van algemeen kiesrecht gekozen. Wenen is zowel een deelstaat als een gemeente en het parlement wordt daar gemeenteraad genoemd. Sommige deelstaten kennen een kiesdrempel van 5%, terwijl andere deelstaten een kiesdrempel van 4% kennen. De grootste fractie in een landdag levert gewoonlijk de gouverneur. In landelijke deelstaten is de ÖVP het sterkst, maar in deelstaten met grote steden, in het bijzonder Wenen, is de SPÖ de sterkste partij. In Karinthië was de FPÖ de lange tijd grootste politieke partij, tegenwoordig is het de SPÖ. Recente deelstaatsverkiezingen
De genoemde grootste partijen regeren in een coalitie. GemeenteraadsverkiezingenDe regelgeving met betrekking tot de gemeenteraadsverkiezingen verschilt per bondsland. Met uitzondering van Wenen hebben ook burgers van andere EU-landen, wanneer zij zich in Oostenrijk hebben gevestigd, stemrecht bij gemeenteraadsverkiezingen. ReferendaEr worden in Oostenrijk op federaal niveau zowel bindende als niet-bindende referenda gehouden. Bindend referendumBindende referenda worden gehouden:
Er zijn tijdens de geschiedenis van de Tweede Republiek maar twee bindende volksraadplegingen gehouden. Bij het referendum in 1978 werd tegen het gebruik kernenergie gestemd, maar bij het referendum in 1994 werd voor toetreding tot de Europese Unie gekozen. Niet-bindende referendaDe Nationale Raad, het parlement, heeft het recht om niet-bindende, raadgevende volksraadplegingen uit te schrijven. De uitslag kan dan meewegen bij de besluitvorming, maar het parlement is niet verplicht de uitslag van het referendum te aanvaarden. Er werd in 2013 voor het eerst een raadgevend referendum gehouden, dat ging over de afschaffing van de dienstplicht.[5] Bronnen, noten en/of referenties
|