Van den CloosterVan den Clooster is een Drents adellijk geslacht. OorsprongDe naam van het geslacht is ontleend aan het Huis ten Clooster bij Coevorden. Huis ten Clooster was eigendom van de graven van Bentheim. Otto III, graaf van Bentheim (1240-1285) beleende op 31 oktober 1259 het huis ten Clooster (domum in Campen iuxta Covordiam = ten Clooster) aan ridder Hako Van Hardenberg, zoon van wijlen Stephanus de Hardenberg. In 1328 verkochten graaf Johan II van Bentheim (ca. 1280 - 1333) en zijn vrouw Mechteld Lippe Huis ten Clooster aan de bisschop van Utrecht, Jan van Diest. Ten Clooster was en bleef een leenbezit van de kleinzoon van Hako van Hardenberg, Egbert Hake van den Rutenborg. Uit een oorkonde uit 1354 weten we dat Steven van den Rutenborg de leenheer was van Johan van den Clooster. Deze Johan gebruikt in 1341 als eerste de naam ' Van den Clooster' en is de stamvader van het geslacht 'Van den Clooster'. Het stamwapen herinnert aan het wapen van Bentheim. Het lot van huis ten Clooster Zie Huis ten Clooster voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In de lijst van leenmannen van het Sticht, opgesteld tussen september 1381 en januari 1383 komt Van den Rutenborg voor als leenman van het Sticht.[1]. In de lijst met bezittingen wordt 'dat goet ten Cloester' genoemd. Steven van den Clooster (ca. 1330-1368), de tweede zoon van stamvader Johan van den Clooster, kreeg het huis ten Clooster na diens dood in leenbezit. Via vererving kwam huis ten Clooster al snel in bezit van het geslacht Hundeborch en later in bezit van het geslacht Van den Camp. Toen het huis in 1672 werd beschadigd, werd het niet meer hersteld en afgebroken. Huis ten Clooster heeft nooit de status van havezate gehad. Het geslacht Van den CloosterEerste generatieJohan van den Clooster (ca. 1305-ca. 1366) was getrouwd met ene Agnes. Vrijwel zeker was Johan getrouwd met een dochter van Steven van den Rutenborg, deze had een dochter Agnes. Er zijn ook wel vermoedens geuit dat Johan van den Clooster afstamt van een bastaardzoon van Graaf Boudewijn I van Bentheim (Nicolaes Boudekinus) vanwege de overeenkomsten tussen het familiewapen met die van de graven van Bentheim. Mogelijkerwijs heeft Agnes van Rutenborg hem het huis ten Clooster aangebracht in leenroerigheid middels hun huwelijk (in 1341?). Stamvader Johan van den Clooster en Agnes krijgen drie zonen: Reinold, Steven en Boldewijn. Boldewijn (ca. 1332- ca. 1374) sterft kinderloos. Op 27 juli 1378 is Boldewijn van den Clooster borg bij het huwelijk van Johan Mensinghe van Haren en Jutte van den Rutenberg, dochter van Egbert Hake van den Rutenberghe en zijn achternicht. Tweede generatieReinold van den Clooster (ca. 1328-1364/1380), de oudste zoon van stamvader Johan van den Clooster, zet de stamreeks voort. Hij heeft onder meer het bezit van omvangrijke allodia rond de Havehorst, aanvankelijk een huis met onderhorig landbezit; later bekend als Havixhorst, met status van havezate. Dat bezit is hem zeker niet via zijn vader toegekomen, maar vermoedelijk door zijn huwelijk. Havixhorst wordt voor het eerst vermeld in 1371. Reinold is ruim vóór 1371 getrouwd met Margarethe (van Ansen) en heeft twee zoons en een dochter: Johan, Cyse en Agnes. Cyse overlijdt op jeugdige leeftijd (1376). Agnes trouwt met Herman van Voorst. Derde generatieJohan van den Clooster (ca. 1354-1426) zette als enige het geslacht Van den Clooster voort. In 1385 werd uit een eerste huwelijk de oudste zoon Reinold van den Clooster geboren. Hij trouwde later een tweede maal met Mechtelt van Oostenwolde en kreeg bij haar Cyse (1394- ?), Johan (1397-1471) en Roelof (overlijdt 1487). Cyse trouwt met Lutgert. Johan en Mechtelt laten een forse hoeveelheid bezittingen na. Vierde generatie
Vijfde generatieDe staak Van den Clooster tot de Havixhorst
De staak Van den Clooster tot Rheebruggen
De staak Van den Clooster tot Vleddering
Literatuur
Bronnen, noten en/of referenties
|