Van Lamsweerde

Geslachtswapen (1817) met een zilveren Agnus Dei in rood

Van Lamsweerde is een geslacht waarvan leden sinds 1814 tot de Nederlandse adel behoren.

Geschiedenis

De bewezen stamreeks begint met Johan van Lamsweerde die in 1545 secretaris van de bisschop en het Domkapittel van Utrecht was. Ook in volgende eeuwen werden bestuursfuncties in de Utrechtse, later Gelderse regio's vervuld. In de 19e eeuw vervulden telgen bestuursfuncties op lokaal en nationaal niveau. In de 20e eeuw telde het geslacht opvallend veel kunstenaars, ook onder de aangetrouwden. In diezelfde eeuw vestigden takken zich in met name Italië, in België en in de Verenigde Staten van Amerika. Telgen uit de Belgische tak trouwden veelvuldig met leden van de Belgische adel.

Bij Souverein Besluit van 28 augustus 1814 werd Gerardus Wilhelmus Josephus van Lamsweerde (1758-1837) benoemd in de Ridderschap van Gelderland waarmee hij en zijn nageslacht tot de Nederlandse adel gingen behoren, en in 1817 volgde voor hem de titel van baron, overgaand bij eerstgeboorte, en in 1832 erkenning van de titel van baron(es) voor hem en zijn nageslacht.

Enkele telgen

Gerardus Wilhelmus Josephus baron van Lamsweerde (1758-1837), katholiek Gelders landedelman, benoemd in de Ridderschap van Gelderland, lid Raad van State.[1]

Familiewapen

De familie heeft een sprekend wapen: in rood een zilveren lam, houdende met de linkervoorpoot een omgekeerd zilveren zwaard met gouden gevest, over de schouder.