Van Lamsweerde is een geslacht waarvan leden sinds 1814 tot de Nederlandse adel behoren.
Geschiedenis
De bewezen stamreeks begint met Johan van Lamsweerde die in 1545 secretaris van de bisschop en het Domkapittel van Utrecht was. Ook in volgende eeuwen werden bestuursfuncties in de Utrechtse, later Gelderse regio's vervuld. In de 19e eeuw vervulden telgen bestuursfuncties op lokaal en nationaal niveau. In de 20e eeuw telde het geslacht opvallend veel kunstenaars, ook onder de aangetrouwden. In diezelfde eeuw vestigden takken zich in met name Italië, in België en in de Verenigde Staten van Amerika. Telgen uit de Belgische tak trouwden veelvuldig met leden van de Belgische adel.
Bij Souverein Besluit van 28 augustus 1814 werd Gerardus Wilhelmus Josephus van Lamsweerde (1758-1837) benoemd in de Ridderschap van Gelderland waarmee hij en zijn nageslacht tot de Nederlandse adel gingen behoren, en in 1817 volgde voor hem de titel van baron, overgaand bij eerstgeboorte, en in 1832 erkenning van de titel van baron(es) voor hem en zijn nageslacht.
Mr. Theodorus Marcellus Ignatius Aloysius baron van Lamsweerde, heer van Holthuizen (1791-1861), lid raad van Zutphen, lid Provinciale Staten van Gelderland
Claire Caroline Arnoldine Antoinette barones van Lamsweerde (1845-1936); trouwde in 1880 met Frederik Joseph Henri baron van Voorst tot Voorst (1837-1906), burgemeester van Pannerden (1866-1870) en van Zevenaar (1871-1906)
Elisabeth Maria Gertruda Frederica barones van Lamsweerde (1800-1865); trouwde in 1839 met jhr. mr. Jacobus Petrus Yvo Diert van Melissant, vrijheer van Hoogmade (1774-1847), raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden
Mr. Alexander Fredericus Ernestus Martinus baron van Lamsweerde (1802-1864), lid Ridderschap van Gelderland
De familie heeft een sprekend wapen: in rood een zilveren lam, houdende met de linkervoorpoot een omgekeerd zilveren zwaard met gouden gevest, over de schouder.