Van DelenVan Delen is een oud-adellijk Nederlands geslacht waarvan leden sinds 1814 tot de moderne Nederlandse adel behoren en dat in 1956 uitstierf. GeschiedenisDe stamreeks begint met Brand van Delen die in 1379 werd beleend met het goed Ten Hage te Aanstoot bij Otterlo en in 1380 met het goed Esvelt bij Barneveld. Leden van het geslacht werden in de eeuwen erna aangeduid als ridder of als knape en hadden zitting in de Ridderschappen van Veluwe en Nijmegen. In 1686 werd aan de familie Van Delen van Laar een attest verleend door de Ridderschap dat ze van oudsher een "adellijke familie van het Quartier van Veluwe" is geweest. Bovendien parenteerde zij zich aan andere adellijke geslachten uit die contreien en dienden in bestuursfuncties, bijvoorbeeld als schepen en burgemeester van Arnhem en Harderwijk, of als militair hun land. Daarnaast bekleedden zij kerkelijke functies, waren ouderling dan wel afgevaardigden naar de classes. In de achttiende eeuw splitste het geslacht zich in twee takken: die van Druten en die van Lakenburg. Druten kwam door huwelijk in 1684 in het geslacht en bleef dat tot in 1866 waarna nakomelingen het huis lieten slopen. Lakenburg kwam in 1749 door een legaat in het geslacht en bleef dat tot eind 19e eeuw. Bij Souverein Besluit van 28 augustus 1814 werden twee nazaten benoemd in de Ridderschap van Gelderland. Bij KB van 10 augustus 1881 werd voor een zoon van een van hen, burgemeester Jacob Jan Hendrik van Delen (1836-1895), erkend de titel van baron op allen; met zijn dochter stierf het geslacht in 1956 uit. Enkele tegenSteven van Delen, heer van Middeldorp (1658-1716), in de Ridderschappen van Veluwe en Nijmegen, in de Staten van Gelre; trouwde in 1684 met Jeannette Agnes van der Meulen, vrouwe van Neder- en Overasselt, Schonenburg en Druten († 1712)
Bronnen, noten en/of referenties
|