Boven is een geschubd dier te zien met een soort eendensnavel, dat een speer vasthoudt en in zijn linkerlaars een pijl heeft. Daaronder bevindt zich een in elkaar gekropen monster, dat zijn visachtige bek heeft openspert.
Op de achterzijde is boven is een schildpad te zien die een paardenschedel meesleept. Daaronder een duiveltje met een trechter op zijn kop en met beide benen in een zak.
Het speerdragende monster doet vaag denken aan de trompetblazende en fakkeldragende beesten op het dak van het huis links op het middenpaneel van Bosch' Laatste Oordeel-drieluik in Wenen. De schedel waar de schildpad mee sleept komt ook voor op het rechterluik van het Heremieten-drieluik in Venetië.
De trechter komt meerdere keren voor op werk van Bosch en verwijst mogelijk naar onbetrouwbaarheid en onstandvastigheid (volgens Bosch-auteur Dirk Bax het niets in zich houden). De zak waar het duiveltje in zit verwijst mogelijk naar het spreekwoord ‘in de zak jagen’ (ongeluk veroorzaken).