Turkse luchtmacht
De Turkse luchtmacht (Turks: Turk Hava Kuvvetleri) is de luchtmacht van de Turkse krijgsmacht. De taak van de Turkse luchtmacht is om het luchtruim te verdedigen en in een oorlogssituatie de Turkse landmacht en de Turkse marine te ondersteunen. GeschiedenisOprichtingsjarenDe geschiedenis van de Turkse luchtmacht, een van de eerste ter wereld[bron?], gaat terug tot 1909 waarin voorbereidende oprichtingswerkzaamheden zijn begonnen. In 1910 is een onderzoeksteam naar Europa en een delegatie naar het "Internationaal Luchtvaart Conferentie" in Parijs gestuurd waarna definitief is besloten een luchtmacht op te richten. Ter voorbereiding had men voorgenomen om een aantal officieren op te leiden tot piloot. In verband met de zorgelijke situatie waarin het land verkeerde en de slechte financiële situatie is men toen daar niet in geslaagd.
1911-1918Kapitein Fesa rondde op 21 februari 1912 zijn opleiding succesvol af en keerde terug waar hij het eerste vliegbrevet van de Ottomaanse Strijdkrachten kreeg uitgereikt. In hetzelfde jaar werden twee vliegtuigen aangeschaft en op 15 maart 1912 geleverd aan kapitein Fesa en tweede luitenant Yusuf Kenan. Direct daarna werden acht andere officieren naar Frankrijk gestuurd. Om de luchtvaart in het land verder uit te bereiden werd op 3 juli 1912 de eerste luchtvaart school in Yesilköy, door de Ottomaanse Strijdkrachten, geopend en is men gestart met het binnenlands opleiden van piloten. Een van de belangrijkste fase in de ontwikkeling en versterking van de Ottomaanse luchtmacht is de oprichting van deze luchtvaart school in Yesilköy geweest. Tijdens de oprichtingsjaren van de luchtmacht brak de Balkanoorlog uit. De luchtmacht had in de eerste fase van de Balkanoorlog weinig ervaring en was niet in staat om een adequaat bijdrage te leveren. In de tweede fase ontwikkelde de luchtmacht zich verder en werd succesvoller. Na de oorlog werd de ontwikkeling van de luchtmacht voortgezet. Meer piloten werden opgeleid en vliegtuigen aangeschaft waardoor verschillende compagnies binnen de luchtmacht ontstonden. In juni 1914 werd zelfs de eerste marine luchtvaartschool in Yeşilköy geopend. Deze inspanningen werden gestaakt toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak. De Turkse luchtmacht nam deel aan de oorlog en vocht op bijna alle fronten van Çanakkale tot Hidjaz van Kaukasus tot Palestina. Tijdens deze ontwikkelingen werd het land in 1918 bezet door de geallieerden. Het Ottomaanse Rijk accepteerde de nederlaag en op 30 oktober 1918 werd de Wapenstilstand van Mudros ondertekend. Hierdoor brak een nieuwe tijdperk aan voor de Ottomaanse luchtmacht. 1918-1923Het Ottomaanse leger werd als gevolg van de Wapenstilstand van Mudros ontmanteld, waardoor de luchtmacht na ontmanteling alleen nog op papier bestond en waarmee de periode van de Ottomaanse luchtmacht eindigde. Op 29 juli 1918 werd door de Algemeen Inspecteur Luchtmacht getracht de luchtmacht te herbouwen. Met de overgebleven vliegtuigen uit de Eerste Wereldoorlog werden luchtcompagnies in Istanboel, İzmir, Konya, Elazığ en Diyarbakır opgezet. Ondertussen brak de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog uit, aangevoerd door Mustafa Kemal Atatürk, om de vrijheid en onafhankelijkheid van het Turkse volk en de integriteit van het land te realiseren. Ook de luchtmacht nam deel aan de strijd via de luchthaven in Konya. Op 23 april 1920 werd de Grote Nationale Assemblee van Turkije opgericht. De Grote Nationale Assemblee van Turkije stelde direct daarna als doel een systematisch en gedisciplineerd leger als eerste prioriteit. Parallel aan de gestelde prioriteit werd, op 13 juni 1920, het kantoor voor de luchtmacht aangesloten aan het ministerie van Nationale Defensie opgericht waarna men is gestart met het herstellen van toestellen die de Turkse krijgsmacht nog in bezit had. Met de herstelde vliegtuigen en beschikbare andere middelen werd het oost en west front nog ondersteund. Op 1 februari 1921 werd een reorganisatie doorgevoerd waarin de naam werd veranderde in Luchtvaart Algemeen Directoraat (Hava Kuvvetleri Genel Müdürlüğü). Op 5 juli 1922 werd nog een reorganisatie doorgevoerd. De naam van de Luchtvaart Algemeen Directoraat werd vervangen door de luchtvaartinspectie die dezelfde rechten kreeg als een divisie binnen de krijgsmacht. 1923-1944Na de stichting van de Turkse Republiek werden verdere inspanningen verricht om een krachtig en eigentijdse luchtmacht op te zetten. De luchtvaartinspectie werd in 1923 uitgebreid van drie lucht compagnies, één marineluchtcompagnie en één luchtvaartschool naar respectievelijk 10, 3 en 1, en deze zijn ondergebracht bij en bestuurd via luchtvliegbasiscommandocentra. Ook werd personeel naar andere landen gezonden om opgeleid te worden tot piloot. In 1925 werd de luchtvaart school in Eskişehir hersteld en behaalde de eerste piloot, in oktober hetzelfde jaar, zijn vliegbrevet. In 1928 werd de luchtvaartinspectie opgeheven en onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Nationale Defensie, de staatssecretaris van luchtvaart ingesteld. Ook werden de luchtvliegbasiscommandocentra opgeheven en lucht bataljons opgericht en gedeeltelijk, ten aanzien van de taken als oorlogsvoering en opleiding, onder de verantwoordelijkheid van de Generale Staf van de Turkse strijdkrachten gebracht en gedeeltelijk, ten aanzien van de logistieke ondersteunende taak, onder de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van luchtvaart. Op 1 juli 1932 trad een wet in werking waardoor het personeel als een afzonderlijke klasse werd aangemerkt waarna het personeel in 1933 blauwe uniformen begon te dragen, overeenstemmend met het symbool van de internationale luchtmachtpersoneel. In 1937 werd de eerste academie voor luchtoorlog opgericht en de luchtbataljons op 22 mei 1939 verder ontwikkeld tot luchtbrigades. In 1940 had deze klasse binnen de strijdkrachten ongeveer 500 vliegtuigen. Daarmee was het de sterkste luchtmacht in de Balkan en werd voor een eventuele conflict gedurende de Tweede Wereldoorlog gereed gehouden. 1944-1980In 1944 werd besloten om de onderdelen met de logistieke ondersteunende taak onder de verantwoordelijkheid van het Turkse ministerie van Defensie, de onderdelen met de opleidende taak onder de verantwoordelijkheid van de Generale Staf en de lucht brigades met de oorlogvoerende taak onder een afzonderlijke macht, met een eigen identiteit, binnen de Turkse strijdkrachten te brengen. Op 4 februari 1944 werd deze nieuwe organisatie, ofwel de Turkse luchtmacht, officieel opgericht, waarna in 1950 alle onderdelen, behalve de academie voor luchtoorlog, zijn ondergebracht. In hetzelfde jaar is besloten om over te stappen van jachtvliegtuigen met een schroefturbinemotor naar jachtvliegtuigen met een straalmotor. Op oktober 1950 werden acht personeelsleden naar de Verenigde Staten gestuurd om tot leraar opgeleid voor de jachtvliegtuigen met een straalmotor te worden. Op 31 augustus 1951 rondde zij de opleiding af waarna in hetzelfde jaar de eerste straaljagersbasis en de eerste straaljager squadron in Balikesir werd gerealiseerd. Na toetreding tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie in 1952 is de overgang naar straaljagers versneld en geleidelijk de jachtvliegtuigen met een schroefturbinemotor buiten gebruik genomen. 1980-hedenIn 1984 werd Turkish Aerospace Industries (TAI) opgericht om het land in staat te stellen zelf vliegtuigen te bouwen. Het bedrijf bouwde vervolgens F-16's en moderniseerde deze ook. In 1997 werd een moderniseringsprogramma van US$ 45 miljard aangevangen om onder meer nieuwe vliegtuigen en helikopters aan te schaffen. In 2002 werd Turkije een niveau 3-partner van het Joint Strike Fighter-programma en tekende voor 116 F-35's. Sinds 2004 is het Zuid-Europese luchtcommando van de NAVO in Izmir gevestigd.[1] Thans bouwt TAI militaire satellieten waarvan een voor de luchtmacht is bestemd. Het land werkt ook samen met de Verenigde Staten aan een raketschild. Incidenten
Externe links
Zie ookBronnen, noten en/of referenties
|