Tollebeek
Tollebeek is een dorp in de gemeente Noordoostpolder, in de Nederlandse provincie Flevoland. Het is ten zuidoosten gelegen van Emmeloord en ten noordoosten van Urk. De dorpskern is gelegen ten noorden van de Urkervaart, tussen de N351 en de N713. Het dorp heeft 2.550 inwoners (1 januari 2023)[1]. Het dorp is gelegen in het diepste deel van de Noordoostpolder. Aan de noordwest van de dorpskern is een dorpsbos/park gelegen, het Tollebekerbos en aan de noordoostkant een industrieterrein en een volkstuinencomplex. Binnen het dorpsgebied valt een klein deel van de Ketelhoek en een klein deel van het Urkerbos. Tollebeek kent een open buitengebied dat deels om Urk en het Urkerbos heen is gelegen. Naast de Urkervaart stromen door het dorpsgebied onder meer de Westermeertocht, Steenbanktocht, Ankertocht, Tollebekertocht, Pilotentocht en de Nagelervaart. Tollebeek kent de bijnaam 'dorp van Nix', een ironische knipoog naar architect Thomas Nix die het dorp oorspronkelijk ontwierp en duiding dat het een dorp van niets of niks is/was. De plaats dient niet te worden verward met de Belgische plaats en deelgemeente Tollembeek. Sinds 1988 vormen de twee bijna gelijknamige plaatsen een zogenoemde vriendschapsband. GeschiedenisOntstaansgeschiedenisTollebeek is als laatste van de tien dorpen rondom de centrumplaats Emmeloord gebouwd. In het begin van de jaren 1940 werden er barakkenkampen in de Noordoostpolder geplaatst door de Directie van de Wieringermeer, die verantwoordelijk was voor het in cultuur brengen en de inrichting van de polder. Deze kampen werden meestal van hout gebouwd en werden gebruikt om de polderwerkers en de nieuwe arbeiders tijdelijk te huisvesten totdat de landerijen waren ontgonnen en de boerderijen in het gebied waren gebouwd. Tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog werden ruim dertig van zulke barakkenkampen gebouwd. Het kamp in het gebied wat later Tollebeek zou worden werd als laatste gebouwd. Het gebied van Tollebeek was het diepste deel van de Noordoostpolder en daarom ook in meerdere fases ontgonnen. Het kamp werd zo'n 7 kilometer ten zuiden van Emmeloord geplaatst, langs de Urkervaart. Het verkreeg ook de naam van deze vaart en werd in november 1947 in gebruik genomen. In de volksmond is men het later ook wel kamp Tollebeek gaan noemen. Hoewel het stedenbouwkundige plan voor het dorp in 1952 al klaar was was het nog enkele jaren later dat er echt werd begonnen met de bouw ervan. Het stedenbouwkundige plan werd ontwikkeld door architect Thomas Nix uit Rotterdam, nadat Directie van de Wieringermeer hem daarvoor opdracht gaf in 1951. Op het eind van 1952 had Nix zijn plan uitgewerkt. Het was in 1956 dat er begonnen werd met de bouw van het dorp en ruim een jaar later werden de eerste woningen opgeleverd. Net als bij de andere dorpen werd er eerst begonnen in het buitengebied om landbouwbedrijven en bijbehorende woningen te bouwen in de polder. De laatste van deze landbouwbedrijven werden in 1957 afgeleverd. Daarom was het kamp Urkervaart niet meer nodig, en sloot het op 10 augustus 1957. Maar de gebouwen zelf werden nog korte tijd gebruikt door gezinnen die in het dorp zouden komen wonen, de kantine van het kamp deed nog tot 1962 dienst als kerkzaal en in een van de barakken was ook een lagere school gevestigd. Een van de dubbele gezinsbarakken werd een paar maanden na de sluiting van het kamp geschonken aan de plaatselijke sportverenigingen en verplaatst naar de Wildzang en werd verbouwd tot een kleedkamer en kantine. Elf jaar na de verplaatsing moest het barak op worden geknapt, dit werd gedaan met materialen die afkomstig waren van een identieke barak uit het kamp van Luttelgeest. In 2005-2006 werd de barak nog eens gerestaureerd. Het dorp werd niet in de puur Delftse School-stijl gebouwd, zoals diverse andere dorpen dat wel waren in de Noordoostpolder. De architectuur van de eerste serie woningen en gebouwen kent modernistische kenmerken met de meer traditionele Delftse School-stijl erin verwerkt. Nix was bij het ontwerp van het dorp geïnspireerd door de erfbeplanting van de polderboerderijen. Om die reden is er geen brink, zoals bij de meeste andere dorpen, maar koos Nix voor zogeheten groene kamers of erven waarin de bewoning werd geplaatst. De hogere bomen werden niet in de straat vooraan bij de huizen geplaatst, maar langs de achterpaden van de woningen. Deze groene erven werden in de loop van de tijd wat minder zichtbaar in het straatbeeld door de verbreding van de wegen, om ruimte en parkeerruimte te creëren voor het wegverkeer en het autobezit die verder toenam. Herkomst van de plaatsnaamHet dorp Tollebeek is vernoemd naar een landgoed met de naam 'Tollebeke'. Dit landgoed behoorde toe aan de Heeren van Kuinre. Dit landgoed werd in 1364 genoemd bij de duiding waar het gelegen was, aan een zijtak van de rivier Nagel of de Nagele. Deze rivier of water lag ten noorden van Urk. De benaming van die rivier werd tot in de twintigste eeuw gebruikt om het vaarwater bij Urk aan te duiden. Waarschijnlijk was de naam verbonden met het voormalige eiland en dorp Nagele, dat rond 1300 waarschijnlijk was verdwenen. Waar dit eiland tussen Urk en Schokland lag was lang onduidelijk, in 2020 publiceerde zee-archeoloog Yftinus van Popta in zijn studie naar verdwenen plaatsen en eilanden dat Nagele even ten noordoosten van Urk in de buurt van Tollebeek zal gelegen hebben. De precieze betekenis van Tollebeke is onduidelijk, en dan met name het eerste element 'tolle'. Het tweede element 'beke' wijst meer dan waarschijnlijk naar de zijtak van de rivier, als een beek. Het element Tolle is mogelijk een Middelnederlands woord; tol wat 'tak, punt van een tak' betekend. Ook bij de Belgische plaats Tollembeek dacht men dat, hieruit werd de betekenis 'hakhoutbeek' gehaald, maar dit wordt niet meer waarschijnlijk geacht. Een andere mogelijkheid is dat het verwijst naar 'tollen', als in ronddraaien. De beek zou dan een meanderende loop zijn geweest. Maar ook een verwijzing naar de persoonsnaam Tolo wordt niet uitgesloten. Het landgoed Tollebeke zou een woest gebied zijn geweest die bedoeld was voor de jacht. Om die reden zijn er meerdere straten en kunstwerken in het dorp vernoemd naar de jacht. Straatnamen als Patrijzenstraat en Fazantendrift zijn een directe verwijzing terwijl de Dianalaan verwijst naar de godin Diana uit de Romeinse mythologie, deze Diana was/is de godin van de jacht en de wilde natuur. De Sint-Hubertusplaats is vernoemd naar de beschermheilige van de jacht, Hubertus van Luik. Deze heilige leefde van 655 tot 727, en was volgens de traditie de laatste bisschop van Maastricht en de eerste van Luik. De Nimrobstraat is vernoemd naar Nimrod, de achterkleinzoon van Noach volgens de Genesis in de Hebreeuwse Bijbel. Hij zou een geweldige jager zijn geweest. De benaming Nimrod is later ook een figuurlijke aanduiding voor een jager geworden. Grenscorrecties, verkleining van het grondgebied van TollebeekSinds de begin jaren 60 van de twintigste eeuw, dus vlak na de start van de bouw van het dorp Tollebeek probeerde de gemeente Urk diens gemeentelijke grond te vergroten om aan de vraag van de groei van de plaats Urk te voldoen. Gezien het buitengebied van het dorpsgebied van Tollebeek meer dan half Urk omcirkelde zou de nieuwe grond voor Urk van het Tollebeekse grondgebied moeten komen. In 1961 sprak de gemeente Urk een harde wens ervoor uit.[2] In de jaren 80 en 90 speelde de kwestie opnieuw en kwam het tot een eerste grenscorrectie. Per 1 januari 1992 verkreeg de gemeente Urk 100 hectare van de gemeente Noordoostpolder. Er was 250 hectare gevraagd. Ondanks dat er een akkoord was wilde de gemeente Urk eigenlijk meer, omdat de aangeboden grond niet voldoende bebouwd zou kunnen worden.[3] Uiteindelijk werd op dat zuidelijke deel in de jaren daarna het bestaande industrieterrein van Urk uitgebreid, op het voormalige grondgebied van Tollebeek. Het zou niet bij die ene grenscorrectie blijven. Vanaf 1998 tot 2010 groeide Tollebeek met de bouw van de uitbreidingswijk aan de westkant van het dorp. In dezelfde periode (en daarna) breidde ook Urk naar het oosten uit, met nieuwe grenscorrecties tot gevolg. Een opvallend detail daarbij was dat de uitbreiding van Tollebeek vooral bewoners van Urk aantrok. Het zorgde onder de bewoners van Tollebeek voor wat onrust, vooral met het idee dat het dorp te veel sociaal een tweede Urk zou worden.[4] Per 1 januari 2019 werd opnieuw een stuk van het grondgebied van Tollebeek aan de gemeente Urk gegeven, voor een kleine 3 miljoen euro, Ditmaal een klein noordelijk stukje voor natuurontwikkeling en een zuidelijk stuk, bij de Zuidermeerdijk voor de toekomstige bouw van de haven Flevoport.[5][6] Geschiedkundige gebeurtenissen en ontwikkelingenIn 1982 verkreeg het dorp een eigen dorpsvlag. De vlag van Tollebeek werd ter ere van het 25-jarig bestaan van het dorp ontworpen. In het ontwerp staat de jacht centraal via het hert dat prominent op de vlag staat.[7] Op 30 april 1994 bezocht de koninklijke familie Emmeloord en Urk. Er was gepleit om een tussenstop in Tollebeek te maken, omdat de koninklijk bus door het dorp zou rijden. Het bezoek ging echter op het laatste moment niet door. Een paar jaar later zou Koningin Beatrix wel Tollebeek bezoeken, tijdens de watersnoodramp. Veel dorpsbewoners waren ondanks de omstandigheden blij verrast en zagen het bezoek van Beatrix als compensatie voor de Koninginnedag van 1994.[8] In de nacht van 27 op 28 oktober 1998 viel er tussen 70 en 90 millimeter aan regen in de Noordoostpolder, tijdens een extreme regenbui. Dit nadat het al dagen achterelkaar had geregend. Het zorgde voor verzadigde gronden en hoge waterstand in de vaarten. Doordat Tollebeek het laagste gelegen punt is stroomde het water richting Tollebeek. Omdat de gemalen de nieuwe vele regen niet konden verwerken overstroomde de watergangen en de Urkervaart. Het zorgde dat vele akkers onderwater liepen en de kelders van huizen in het dorp zelf liepen onder. Ook diverse straten werden onbegaanbaar. Een van de boeren moest zijn schapen uit het Tollebekerbos redden om te voorkomen dat ze verdronken. Het gebied in en rondom Tollebeek werd uitgeroepen tot rampgebied, ook elders in Nederland was er wateroverlast door de hevige regenval. Koningin Beatrix en minister-president Wim Kok kwamen onafhankelijk van elkaar naar Tollebeek om persoonlijk de schade op te nemen.[9][10][11] Na de ramp werden diverse aanpassing gedaan aan het watersysteem in Tollebeek, zie verder onder het kopje; Gemalen en monumenten. De loswal van Tollebeek uit 1952 deed in de eerste jaren dienst als de plek waar boeren hun landbouwproducten overzette op de klaarliggende schepen. Met name suikerbieten werden in die periode op deze manier op grote schaal vervoerd. Door de toename van onder meer het vrachtverkeer verdween langzaam die functie. In 1997 was het gebied van de loswal een officieel wandelgebied geworden, op de loswal werd een open gebouwtje neergezet zodat men overdekt uitzicht heeft. Het werd al snel het Tempeltje van Tollebeek genoemd en heeft een hert als windwijzer. In 1999 werd de loswal opgeknapt zodat de recreatievaart er veiliger en ook beter kon aanmeren en er werd ook besloten dat het pad als onderdeel van de wandelroute Rondje Tollebeek verhard moest worden waarmee er een promenade ontstond. Het pad werd aangelegd door vrijwilligers en officieel geopend als de 'Walk of Fame' door de Belgische komiek Urbanus, die dan woonachtig was in de Belgische plaats Tollembeek. Urbanus vereeuwigde ook zijn voet- en handafdruk in een betonnen steen die in het pad was verwerkt. In 2006 werd het pad hernoemd tot het Kanjerpad.[12][13][14] In 2020 verkreeg het 300 meter lange pad dat de Wildzang, vanaf de Pioneersbarak, verbindt met het Tollebekerbos een eigen naam. Het pad verkreeg de naam Pioneerslaantje, een verwijzing naar het Kamp Urkervaart dat er in buurt had gelegen waar de polderpioniers woonde en werd officieel onthuld op 12 oktober 2020.[15] Gemalen en monumentenTollebeek kent een aantal gemeentelijke monumenten, het gaat daarbij onder meer om polderboerderijen en een van de gemalen die Tollebeek rijk is. Het grondgebied van Tollebeek is het laagste deel van Noordoostpolder, gemiddeld zo'n 4 en halve meter onder zeeniveau. Ook na de drooglegging van de Noordoostpolder in de begin jaren van de jaren 40 van de twintigste eeuw bleven delen van Tollebeek drassig. Om het echt droog te krijgen en vooral te houden moesten er extra gemalen worden geplaatst die het water verdelen en afvoeren. Dat gebeurd via zogeheten ondergemalen. Het overtollige water moet daarbij weggepompt worden naar de hoger gelegen Urkervaart. Het polderpeil van de Noordoostpolder was berekend op ten minste 1,40 meter beneden het maaiveld. De hoofdgemalen Smeenge en Vissering zorgen hiervoor. Bij Tollebeek moest er een eigen bemalingssysteem komen om het water richting dat niveau te krijgen. Diverse gemalen zorgen ervoor dat het waterpeil een halve meter onder dat niveau komt te liggen. Tot 2012 had Tollebeek vijf ondergemalen die het streefpeil handhaafden van 6,20 meter onder N.A.P.. Deze ondergemalen hadden tot oktober 1990 slechts nummers om ze te herkennen. Via een prijsvraag verkregen ze uiteindelijk eigen namen, dit werden; De Rietgors, De Fuut, De Kievit en Piet Oberman. Het vijfde ondergemaal werd in 1993 gebouwd en verkreeg de naam Steven Rippen met zich mee. In 1998 liepen delen van Tollebeek onderwater nadat er tussen 70 en 90 millimeter regen viel in de nacht van 27 en 28 oktober in de Noordoostpolder. Het werd toen duidelijk dat Tollebeek te kwetsbaar was en de gemalen het water onvoldoende op tijd konden verwerken bij zeer zware stortbuien of langdurigere harde regen. Het waterschap Zuiderzeeland werkte aan diverse oplossing om dat op te lossen. Zo werden er voor een betere verdeling van het water, direct na de ramp meerdere stuwen geplaatst in het gebied. In 2009 werd besloten dat nieuwe vijzelgemaal moest komen, deze zou de gemalen De Fuut en De Rietgors vervangen met een veel groter capaciteit. De bouw van gemaal De IJsvogel startte in 2011 en werd op 13 juni 2012 in gebruik genomen. Daarnaast werd in 2010 ook een nieuwe watergang, een tocht gegraven tussen de Steenbanktocht en de Vormtocht om het water beter te kunnen verdelen en af te voeren. KerkenHet dorp kent een tweetal kerken, anders dan de meeste andere dorpen in de Noordoostpolder werd besloten geen drie kerken te bouwen. Dit had te maken dat het aantal protestantse kerkgangers om aparte hervormde en gereformeerde kerken te laten bouwen te laag was, ook de kosten voor twee kerken lagen daardoor te hoog. Er werd besloten een gezamenlijk kerkgebouw te bouwen. De protestantse kerk werd ontworpen door architect Kees Elffers, deze maakte gebruik van moderne bouwtechnieken en stijlen. De kerk werd in de brutalistisch functionalistse stijl gebouwd in 1961, wat inhoudt dat de gebruikte materialen en functies ervan zichtbaar zijn. De buitenkant kent wel bakstenen gevels, maar de binnenmuren zijn van beton en zijn wel zichtbaar in de kerk zelf. Het is in oppervlakte een breed opgezette kerk, met een plat dak en afgewisseld met rondingen en hoeken, en wordt daarom een kerkcentrum genoemd. De decoratie in de kerk werd gedaan door Dick Elffers, de broer van architect van het kerkcentrum. De kerktoren van de kerk staat opengewerkt aan de voorkant van de kerk. Het is vierkante toren die gebouwd is van staal en om en om witte vierkanten kent. Een opvallend onderdeel van de kerk is verder de gymzaal die er vanaf het begin erin zit. De Rooms-katholieke kerk werd gebouw van 1960 tot 1962. De katholieke kerkgenootschap was al enige tijd actief daarvoor, ze hadden twee noodkerken die beide in de barakken van de Kamp Urkervaart waren gevestigd. De eerste was slechts een kleine ruimte van acht bij zes meter die in 1956 in gebruik werd genomen. In april 1957 werd een grotere ruimte, in de kantine in gebruik genomen. Deze deed dienst tot de bouw van de nieuwe kerk in 1962 klaar was. De nieuwe kerk werd op 10 juli 1962 ingewijd en kreeg de naam Sint Hubertuskerk met zich mee. De kerk is zo vernoemd naar de beschermheilige van de jacht en voormalige bisschop Hubertus van Luik. Deze heilige leefde van 655 tot 727. De Sint Hubertuskerk werd ontworpen door architect en kunstschilder Herman van Wissen en werd gebouwd in de modernistische stijl. De gevels van het kerkgebouw zelf werden opgetrokken in breuksteen uit Duitsland en grijze bakstenen terwijl de bijgebouwen zijn gebouwd met gelde waalstenen, kleislib uit de omgeving van rivieren de Waal en de Rijn. Net als de protestantse kerk is de Sint Hubertuskerk laag gebouwd en heeft het een losstaande kerktoren. De betonnen kerktoren is taps toelopend met drie bronzen luidklokken erin. Deze zijn luidklokken zijn boven elkaar geplaatst en worden zo een driegelui genoemd. OnderwijsHet dorp kent anno 2024 een tweetal basisscholen. Dit waren er oorspronkelijk drie, een openbare, een christelijke en katholieke lagere school. De eerste twee werden in 1957 naast elkaar gebouwd aan de Fazantendrift en de katholieke school werd wat verder op aan de Nimrodstraat gebouwd in 1958. Kenmerkend aan al deze scholen was dat ze vrijwel identiek werden gebouwd, aan weerszijde van het centrale portaal werden twee lokalen gebouwd. De scholen waren ontworpen door architect André Christiaan Kammeijer. In 2015 fuseerde openbare school De Minderhoud met de katholieke Mariaschool tot de samenwerkingsschool De Sprang. Het schoolgebouw van de Mariaschool werd in 2015/16 gesloopt. De christelijke basisschool heet Op de Wieken. Sport en cultuurHet dorp kent anno 2024 diverse sport en cultuurverenigingen. De meeste zitten samen op het sportterrein Tollebeek, dat tussen de nieuwbouw van het dorp en het Tollebekerbos zit ingeklemd. In september 2011 werd het nieuwe multifunctioneel centrum De Pionier in gebruik genomen, waaraan zes jaar planning vooraf ging.[16] Het centrum is het thuiscentrum voor onder meer de voetbalvereniging VV Tollebeek (opgericht in 1962), de gymnastiekvereniging, marjorettevereniging en de volleybalvereniging. Daarnaast kent het dorp het gospelkoor Reflection, een ijsclub, tennisvereniging en Dart club Tollebeek. Deze dartvereniging zit enkele jaren na de oprichting in 2002 in het enige overgebleven barakkengebouw van de Noordoostpolder. Het was oorspronkelijk een dubbele gezinsbarak die eind 1957 aan onder meer de ijsclub werd geschonken. Later zou ook de voetbalvereniging er gebruik van maken. In een later stadium verkreeg de voetbalvereniging een ander onderkomen en deed de barak jarenlang dienst als jeugdhonk, tot 2003. In 2005-2006 werd het gebouw (licht) verbouwd en aan de buitenkant gerestaureerd. Op 29 juni 2006 werd de hernieuwde barak door zestien oud pioniers van de Noordoostpolder feestelijke geopend.[15][17] Jaarlijks wordt in mei een avondvierdaagse georganiseerd en is er een kunst en cultuurroute door het dorp Geboren in Tollebeek
Opgegroeid
Externe linkBronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Tollebeek van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|