Carl Theodor Kewitsch (soms ook: Karl Theodor Kewitsch, of Pools: Teodor Kiewicz) (Posilge (West-Pruisen), nu: Żuławka Sztumska, deelgemeente van Dzierzgoń, 3 februari1834 – Berlijn, 18 juli1903) was een Duitsecomponist, dirigent, organist, trombonist, onderwijzer en muziekrecensent. Hij was een zoon van de organist Ferdinand Theodor Kewitsch, die in 1831 in Posilge (West-Pruisen) onderwijzer was.[1][2]
Levensloop
Klewitsch kreeg zijn eerste muziekles van zijn vader en van een mhr. W. Maslon.[3] Hij begon zijn muzikale carrière rond 1854 als trombonist in de militaire muziekkapel van het Infanterie Regiment nr. 21 "von Borcke" (4. Pommersches) in Bydgoszcz, dat toen nog Bromberg heette.[4][5] Aldaar bewerkte hij ook de Pruisische militaire mars nr. 20, oorspronkelijk van Catterino Cavos in dienst van de Russische Tsaar gecomponeerd, eerst voor trompetterkorps en later voor harmonieorkest.[4] Deze mars werd presenteermars van het eveneens in Bromberg gestationeerde veldartillerie regiment nr. 53.[4]
Later was hij onderwijzer en organist in Wabcz, nu deelgemeente van Stolno, in Schwetz, nu: Świecie, in Graudenz, nu: Grudziądz en vanaf 1866 hoofd aan het Koninklijke Katholieke lerarenopleidingsinstituut (Königliches Katolisches Schullehrer-Seminar) in Berent, nu: Kościerzyna.[3][5] In 1887 verhuisde hij naar Berlijn en was daar muziekrenzensent van de nieuwe militairmuziek-krant (Neue Militärmusiker-Zeitung) en van de Hannoversche Musikerzeitung.[3][5]
Naast talrijke bewerkingen van klassieke muziek (bijvoorbeeld Georg Friedrich Händel: Halleluja uit "Messias", voor militaire muziekkapellen)[6] schreef hij ook eigen werk, vooral vocale muziek (koormuziek) en marsen voor harmonieorkest.[3][5]
Composities
Werken voor orkest
- Balli uit de opera "Cinna" van Carl Heinrich Graun, voor 2 dwarsfluiten, 2 hobo's, 2 fagotten, 2 hoorns en strijkkwintet bewerkt en nieuw geïnstrumenteerd door Theodor Kewitsch[7]
Werken voor harmonieorkest
1897: - Zwei altenglische Militärmärsche, voor trompetterkorps of harmonieorkest, bewerkt door Theodor Kewitsch
1898: - Pruisische militaire mars nr. 20 van Catterino Covas, bewerkt en nieuw geïnstrumenteerd door Theodor Kewitsch
- Erster Marsch des Kurhannoverschen Garde Regiments van Johann Christian Bach voor harmonieorkest, bewerkt door Theodor Kewitsch
- Zweiter Marsch des Kurhannoverschen Garde Regiments van Johann Christian Bach voor harmonieorkest, bewerkt door Theodor Kewitsch
- Kreuzritter-Fanfare, van Richard Henrion (1854–1940) voor fanfaretrompetten en harmonieorkest[8], bewerkt door Theodor Kewitsch
Vocale muziek
Werken voor koor
1869: - Sex Hymnos ecclesiasticos in Polonia usitatos, op. 2
1869: - Missa de Beata Maria Virginae, op. 3 - opgedragen aan: Collegio Mariano Pelplinensi
1869: - Missa de apostolis, voor gemengd koor, op. 5
1871: - Quatuor Antiphonae de Beata Maria Virgine, quatuor vocibus inaequalibus, voor gemengd koor, op. 7
1873: - Missa de Spiritu sancto: vocibus virorum concinenda, voor gemengd koor, op. 15
1883: - Beim Becherklang ertönt Gesang, voor gemengd koor - tekst: I. Pleß
- Sechs Wanderlieder, voor mannenkoor, op. 17 - tekst: Ludwig Uhland
Lebewohl
Scheiden und Meiden
In der Ferne
Morgenlied
Nachtreise
Heimkehr
- Volks-Festgesang Deutschlands, voor gemengd koor (of mannenkoor)[10]
Liederen
1890: - Mein Herzchen, polka-mazurka voor zangstem en piano[11]
Kamermuziek
- 2 Tonstücke, voor viool, altviool (of cello) en piano, op. 63
Werken voor piano
1891: - Für fröhliche Kreise, dansalbum
- Deutsche Kaiser-Huldigungs-Hymne, op. 60
Publicaties
Eine Sammlung Kleiner Orgelstücke in den modernen Tonarten, 1871.
Rede des Seminarmusiklehrers Th. Kewitsch aus Berent (West-Preußen), gehalten auf der 4. General-Versammlung des Cäcilien-Vereins in Cöln am 11. Aug. 1873, in: CVO 1873 / 10, pp. 93-95
Kurzgefaßte Choral-Gesanglehre für angehende Chorsänger, Organisten und Schullehrer, Lintz, 1873. 95 p.
Jahresbericht des Diöcesan-Cäcilien-Vereins Culm pro 1875 erstattet von dem Diöcesan-Präses, CVO 1876 / 06, pp. 53 - 54
Wegweiser, Selbstverl., 1901. 49 p.
Bibliografie
Zenona Rondomańska: Teodor Kiewicz (1834-1903). Nauczyciel, organista i kompozytor, w: Nauczyciele muzyki na Pomorzu i Kujawach, pod red. A. Kłaput-Wiśniewskiej, Bydgoszcz 2008, pp. 23-32.
Jerzy Szwankowski: Kształcenie muzyczne uczniów Królewskiego Katolickiego Gimnazjum w Chojnicach w latach 1815-1920, w: Nauczanie muzyki na Pomorzu i Kujawach, pod red. A. Kłaput-Wiśniewskiej, Bydgoszcz 2007.
Kształcenie muzyczne uczniów Królewskiego Katolickiego Gimnazjum w Chojnicach w latach 1815-1920, w: Nauczanie muzyki na Pomorzu i Kujawach, pod red. A. Kłaput-Wiśniewskiej, Bydgoszcz 2007.
Wolfgang Suppan, Armin Suppan (1994). Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Ausgabe. Blasmusikverlag Schulz GmbH, Freiburg-Tiengen, p. 371. ISBN 3-923058-07-1. Geraadpleegd op 22 april 2014.
Joachim Toeche-Mittler: Armeemärsche, 1. Teil - Eine historische Plauderei zwischen Regimentsmusiken und Trompeterkorps rund um die deutsche Marschmusik, 2. Auflage, Neckargmünd, Kurt Vowinckel Verlag, 213 S.
Joachim Toeche-Mittler: Armeemärsche, 2. Teil - Sammlung und Dokumentation, 2. Auflage, Neckargmünd, Kurt Vowinckel Verlag, 1977, 161 S.
Joachim Toeche-Mittler: Armeemärsche, 3. Teil - die Geschichte unserer Marschmusik, 2. Auflage, Neckargmünd, Kurt Vowinckel Verlag, 1977,
Paul Frank, Wilhelm Altmann: Kurzgefasstes Tonkünstler Lexikon : für Musiker und Freunde der Musik, Regensburg: Gustave Bosse, 1936, 730 p.
Karl Lustner: Totenliste des Jahres 1903 die Musik betreffend, in: Monatshefte fur Musikgeschichte, 1904, p. 125
↑ abcdKorte biografie in de catalogus van Merton Music 8 Wilton Grove, London SW19 3QX
↑ abcJoachim Toeche-Mittler: Armeemärsche, 1. Teil - Eine historische Plauderei zwischen Regimentsmusiken und Trompeterkorps rund um die deutsche Marschmusik, 2. Auflage, Neckargmünd, Kurt Vowinckel Verlag
↑ abcdWolfgang Suppan, Armin Suppan (1994). Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Ausgabe. Blasmusikverlag Schulz GmbH, Freiburg-Tiengen, p. 371. ISBN 3-923058-07-1. Geraadpleegd op 22 april 2014.
↑Georg Thouret: Katalog der Musiksammlung auf der Königlichen Hausbibliothek im Schlosse zu Berlin, Georg Olms Verlag, 1983. ISBN 978-3-487-41331-0, pp. 114
↑In een verzameling: Privat Gebundene Liedersammlung, publiceert in de muziekuitgeverij "Verlag Johann André" 1890