Een tanktransporter is een, doorgaans militair, zwaar voertuig bedoeld voor het transport van tanks en andere rupsvoertuigen over de openbare weg.
Algemeen
Door het hoge brandstofverbruik van tanks en de hoge slijtage van de rupsbanden alsmede de mogelijke schade aan het wegdek is het niet rendabel deze zelf te laten rijden en worden daarom, wanneer er sprake is van langere afstanden, vervoerd op een trekker-opleggercombinatie of een trekker met een aanhanger.
Tanktransporters worden in Nederland ook wel aangeduid met de afkortingen:
LOLO = Low Loader
TROPCO = Trekker/Oplegger Combinatie
Varianten
Voor het vervoer van tanks zijn in principe drie verschillende typen voertuigen in gebruik.
Oprijwagen: de eerste tanks werden op zware vrachtwagens vervoerd. Het lage gewicht van de tank maakte deze vorm van transport mogelijk. Als de tank zelf niet kon rijden, kon hij meestal met behulp van een lier op het voertuig worden getrokken. Een voorbeeld van een oprijwagen is de Mack NR-4. Deze 10 tons vrachtwagen was voorzien van een vlakke en versterkte laadvloer, een lier en oprijplaten.
Aanhangwagen: Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam het gewicht van de tanks sterk toe. Zelfs de zwaarste vrachtwagens waren niet meer in staat het gewicht van de tank te dragen. Speciale aanhangers werden ontwikkeld en deze droegen het volledige gewicht van de tank. Het aantal assen en wielen van de aanhanger was afhankelijk van de mee te voeren last. De aanhanger was verbonden aan een trekker. Op deze trekker was een ballastbak gemonteerd, deze bak met een zwaar gewicht zorgde voor voldoende druk op de achterbanden en dus grip op de weg om de zware last te trekken. Het was ook mogelijk twee trekkers voor een aanhangwagen te plaatsen.De Diamond T M-20 is een trekker die hiervoor werd gebruikt.
Oplegger: Bij een oplegger rust het laadgedeelte gedeeltelijk op de trekker. Dit heeft als voordeel dat een ballastbak niet langer noodzakelijk is. De combinatie van oplegger en trekker kan meer nuttige lading meenemen dan een aanhanger en trekker met ballastbak. De oplegger heeft alleen wielen achter en is door middel van een kingpin op de koppelschotel van een trekker gekoppeld. De trekker en oplegger vormen een vaste combinatie en de opleggers kunnen niet losstaand worden verplaatst.