Het station was ontworpen in Vlaamse neo-barokke stijl door architect Henri Fouquet, hoofdarchitect van de Belgische spoorwegen
Geschiedenis
Sinds de opening op 28 juni 1857 heeft Oudenaarde 3 verschillende stationsgebouwen gekend. Het eerste station werd, ter vervanging van een voorlopig gebouwtje, gebouwd in 1868 bij de opening van de lijn Denderleeuw-Kortrijk. Van dit station zijn geen afbeeldingen bekend, waardoor niet exact geweten is hoe het er precies uitzag. Men vermoedt dat het sterk moet geleken hebben op de andere stations aan de lijn Saint-Ghislain-De Pinte (het huidige stationsgebouw van Gavere-Asper is nog een overblijfsel van deze periode). De spoorlijn en de bijbehorende stations zijn immers allen aangelegd door de Compagnie du chemin de fer Hainaut et Flandre.
In de periode 1890-1892 werd het al bij al vrij eenvoudige stationsgebouw vervangen door een prestigieus neo-Vlaams barokpand naar plannen van stationsarchitect Henri Fouquet. Het gebouw is min of meer symmetrisch met centraal een functieloze toren die doet denken aan een kasteel. Bij de oprichting van het station in 1891-1893 hield Fouquet eraan om de toren visueel in een rechte as te verbinden met de Sint-Walburgakerktoren via het Tacambaromonument dat in 1859 opgericht werd. De stationsstraat, die later aangelegd hield rekening met deze verbinding.[2]
Het station werd in 1994 beschermd als monument[3]. Het wordt vandaag de dag niet meer als station aangewend en staat onder het beheer van de vzw StaRtion, een forum voor actuele kunsten. Bepaalde vleugels zijn nog in gebruik als dienstgebouw voor NMBS-personeel. Naast het oude stationsgebouw staat een unieke watertoren die in 1996 op de monumentenlijst werd gezet. In 1992 werd de goederenkoer gesloten.
In 1996 bouwde men een geheel nieuw station. De architect is Marc De Vreese. Het gebouw bestaat uit een gang onder de sporen met vooraan de loketten en een buffet. Kenmerkend is de grote klok aan de ingang. Eveneens opvallend is de luifel die vanaf de ingang langs de busterminal en de sporen naar het oude gebouw loopt.
In 2013 is een bouwvergunning verleend voor de restauratie van een deel van het oud gebouw voor een kinderdagverblijf[4].
Infrastructuur
Station Oudenaarde beschikt over 5 sporen verdeeld over 3 perrons. De dienstregeling speelt het voor elkaar bijna alle treinen die Oudenaarde aandoen op hetzelfde moment het station te laten binnenrijden. Dit zorgt ervoor dat het station vaak erg druk aanvoelt.
Tegen de hoofdingang aan is een overdekt fietsenrek voorzien. Het is opgetrokken in dezelfde stijl als de perronoverkappingen. Het parkeerterrein aan het station wordt beheerd door de NMBS, en is betalend [5].
Galerij
Het stationsgebouw
De stationshal
Plaatsnaambord
Zicht op de perrons
Zijzicht van het station
Treindienst
Vanaf 11 December 2023 de S53 trein tussen Oudenaarde en Lokeren.
De grafiek en tabel geven het gemiddeld aantal instappende reizigers weer op een week-, zater- en zondag.[6]
Tabel: aantal instappende reizigers station Oudenaarde
Weekdag
Zaterdag
Zondag
1977
3 660
542
610
1978
4 100
397
537
1979
3 887
564
571
1980
3 111
474
638
1981
3 504
513
621
1982
3 547
442
718
1983
3 506
410
657
1984
2 995
612
737
1985
3 968
631
846
1986
3 421
600
632
1987
3 498
527
605
1988
3 155
550
720
1989
3 667
760
805
1990
3 518
689
767
1991
3 106
636
700
1992
3 411
754
629
1993
3 505
625
645
1994
3 750
575
613
1995
3 593
607
698
1996
3 781
650
542
1997
3 736
668
688
1998
3 326
643
630
1999
3 685
551
562
2000
3 837
653
708
2001
3 601
584
769
2002
3 584
668
930
2003
3 615
943
867
2004
3 458
740
873
2005
3 683
740
802
2006
4 022
918
1 185
2007
3 780
830
888
2008
-
-
-
2009
3 826
666
736
2010
-
-
-
2011
-
-
-
2012
3 606
873
1 023
2013
3 703
819
817
2014
3 014
850
905
2015
3 113
846
825
2016
3 647
854
1 041
2017
3 854
811
799
2018
3 377
927
802
2019
3 814
1 027
722
2020
1 754
871
571
2021
-
-
-
2022
3 424
1 042
1 124
2023
3 342
1 130
847
Bronnen, noten en/of referenties
↑De bron voor de gegevens is NMBS – Reizigerstellingen. De tellingen worden meestal uitgevoerd in de maand oktober: gedurende 9 opeenvolgende dagen (5 werkdagen en de 2 omliggende weekends) worden dan door het stations- en treinbegeleidingspersoneel visuele tellingen verricht. De methode bestaat erin het aantal in- en uitstappende reizigers te tellen in alle stations en stopplaatsen en dit voor alle treinen van het binnenlands verkeer. Het getal naast het kopje 'weekdag' slaat op het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld gedeeld door vijf), zaterdag en zondag staan apart vermeld. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn.
↑Declercq, Frans en Bouvyn, Patrick. Hoofdstuk: Oudenaarde. Station Harelbeke heen en terug. (Waregem, 1996). p.64
↑De bron voor de gegevens zijn de jaarlijks door de NMBS in oktober uitgevoerde reizigerstellingen. Stationspersoneel en treinbegeleiders tellen dan visueel gedurende negen opeenvolgende dagen (vijf werkdagen en de twee aansluitende weekends) in alle stations en stopplaatsen het aantal instappende reizigers en dit voor alle binnenlandse treinen. De groene balk geeft het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers weer op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld en gedeeld door vijf). Zaterdag wordt weergegeven door de blauwe en zondag door de rode balk. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn. In 2008, 2010, 2011 en 2021 (corona) werden geen tellingen uitgevoerd. De gegevens zijn online raadpleegbaar, zoekterm Reizigerstellingen