Een spoorwegongeval is een ongeval op een spoorweg waarbij minimaal één trein betrokken is. De volgende types ongevallen zijn te onderscheiden:
Treinbotsing. Twee of meerdere treinen komen in botsing met elkaar. Dit type botsing is vrij zeldzaam omdat treinen door toepassing van het blokstelsel (met uitzondering van rangeerterreinen) nooit op hetzelfde stuk spoor horen te komen. Vaak is er een beveiliging die een trein stopt als deze onverhoopt een rood sein negeert en daarmee op een stuk spoor waar zich al een trein bevindt dreigt te komen. Als er toch twee treinen met hoge snelheid met elkaar in botsing komen zijn de gevolgen vaak zeer ernstig, zoals bij de Treinramp bij Harmelen.
Ontsporing. Door een technisch mankement aan een trein of aan de spoorbaan verlaat de trein het spoor. Ook als een trein door een stootblok aan het einde van de rails rijdt, kan er gesproken worden van een ontsporing. Indien een ontsporing bij hoge snelheid plaatsvindt en de trein op een object naast het spoor botst, kan dit ernstige gevolgen hebben zoals bij de Treinramp bij Eschede. Vaak is er slechts sprake van ontsporing van één as of draaistel en blijft de rest van de trein in het spoor, waardoor de schade beperkt blijft.
Overwegbotsing. Een trein komt in botsing met een voertuig dat de spoorweg oversteekt op een overweg. Indien de botsing plaatsvindt met een personenauto, blijft de schade aan de trein door het hogere gewicht en sterkere constructie doorgaans beperkt, maar een personenauto kan volledig vernield worden met het overlijden van de inzittenden als gevolg. Ook overwegbotsingen met fietsers en voetgangers lopen meestal fataal af. Botsingen met zwaardere voertuigen zoals vrachtwagens kunnen wel ernstige gevolgen hebben voor de inzittenden van de trein. Het grootste gevaar is dat een trein door de impact van een botsing ontspoort. Overwegbotsingen komen relatief vaak voor, met name doordat weggebruikers stopsignalen van de overwegsignalering negeren. In Nederland wordt daarom actief beleid gevoerd om overwegen te vervangen door ongelijkvloerse kruisingen.
Een van de Europese maatstaven voor de ernst van spoorwegongevallen is het aantal FWSI: fatalities and weighted serious injuries = aantal doden + (0,1 x het aantal zwaargewonden).
Nederland
In Nederland bedraagt het aantal FWSI[noot 1] onder reizigers in 2012 3,8. Omgerekend per miljard reizigerskilometers levert dit een getal van 0,22 op.[1]
Spoorwegongevallen in Nederland, 1839-1993; auteur: R.T. Jongerius, Uitgave: Schuyt & Co, 1993. Uitgave: Schuyt & Co, Haarlem, 1993. Deel 22 in de boekenreeks van de NVBS, ISBN 90-6097-341-0.
Ongevallen op Nederlands spoor. Door Rob & Marcel van Ee. Uitg. De Alk, Alkmaar, 1997. ISBN 90-6013-067-7.
Naast het spoor. Door Rob Dragt. Uitg. Aprilis, Zaltbommel, 2005. ISBN 90-5994-086-5.