Jan van Waasten (1099-1130), bisschop van Terwaan zegende de kerk in in 1120. Het was toen een kruiskerk met vieringtoren. Sporen van de oude zadeldaken zijn duidelijk zichtbaar langs de zijden van de toren. De vierkante toren bestaat uit twee ongelijke geledingen en een stompe torenspits. De onderste geleding (tot aan de eerste druiplijst) is Romaans, de bovenste gotisch. Aan de westzijde van de toren bouwde men twee grote steunberen. De kerk werd herhaalde malen beschadigd of vernield. Op het torendak staat een kruis en een windhaan. De haan herinnert aan het evangelieverhaal van de verloochening van Christus door Petrus toen de haan driemaal kraaide. De haan staat symbool voor waakzaamheid en boete. De kerk is omringd door een kerkhof.