Het beroep schoorsteenveger nam een flinke vlucht met de verstedelijking die samenhing met de industriële revolutie. Gebouwen werden hoger en de rookkanalen van verscheidene woningen vaak gegroepeerd in één schoorsteen. Aanvankelijk werden veelal kinderen als 'leerlingen' ingezet omdat die de nauwe schoorstenen in konden klimmen om ze schoon te maken. Het was vies en ongezond werk waarbij men veel in aanraking kwam met roet, met huid- en longkanker of verstikking als mogelijke gevolgen. De schoorsteenveger Joseph Glass (1791-1867) was een bekend bestrijder van deze praktijk en de uitvinder van een aantal hulpmiddelen voor zijn vak. In 1828 bracht hij een model veger op de markt die de voorloper was van het thans nog gebruikte gereedschap.
Festivals en musea
Op een aantal plaatsen wordt al dan niet jaarlijks een schoorsteenvegersfestival gehouden. Dat gebeurt onder meer in Santa Maria Maggiore in Italië[1] en in het Britse Rochester. Aan het beroep werden twee musea gewijd: eentje in Santa Maria Maggiore[2] en de andere in Wenen[3].
Trivia
In Duitsland wordt het zien van een schoorsteenveger, die daar een herkenbaar uniform heeft, als een teken van geluk gezien. Ook van een schoorsteenveger een hand krijgen, zou geluk brengen. Overigens is periodieke controle door erkende schoorsteenvegers verplicht in Duitsland.[4]
Zwarte Piet zou zijn donkere kleur gekregen hebben door het roet uit schoorstenen, maar er zijn ook andere verklaringen.
Ook La Befana is zwart door het roet in een schoorsteen.