ScheepsregisterHet scheepsregister is een onderdeel van het kadaster. Het systeem van teboekstellen in een kadastraal register met op verzoek weer verstrekken van uittreksels uit dit register is opgezet ten behoeve van de rechtszekerheid in het maatschappelijk verkeer. Over het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen zeeschepen, vissersschepen en binnenschepen. Volgens artikel 91 van het VN-zeerechtverdrag mag elke staat schepen registreren waarmee het schip de nationaliteit van dat land verkrijgt en het recht de vlag daarvan te voeren. Na de privaatrechtelijke registratie van een zeeschip, veelal teboekstelling genoemd, waarbij eigendom, hypotheek en andere zakelijke rechten gekoppeld worden, volgt de publiekrechtelijke fase waarin een zeebrief wordt verstrekt. Teboekstelling in NederlandOpneming in het scheepsregister, teboekstelling, is mogelijk voor beroeps- en pleziervaartuigen en woonboten, zowel in aanbouw als afgebouwd. Met de inschrijving in het scheepsregister wordt een schip een roerend registergoed (geregistreerde roerende zaak). De inschrijving bestaat uit het deponeren van voornamelijk akten van overdracht en hypotheekakten. Daarmee kan worden vastgesteld wie de eigenaar is en of die vrij over het schip kan beschikken. Teboekstelling / Registratie van schepen in BelgiëTeboekstelling in België heeft betrekking op de binnenschepen en gebeurt in het register der binnenschepen (het zogenaamde reg.03). Teboekstelling van binnenschepen in het register der binnenschepen is in België mogelijk voor alle binnenschepen; hun bestemming of gebruik doet niets ter zake (commercieel, zoals vervoer van goederen of personen, baggervaart, toerisme enz... of niet-commercieel, zoals horeca, pleziervaart, woongelegenheid enz...). Die teboekstelling is in België niet verplicht. Voor zeeschepen geldt in België de term 'registratie'. Registratie in het register der zeeschepen (het zogenaande eerste register of reg.01) is facultatief. Zonder voorafgaande registratie kan het zeeschip evenwel geen Belgische vlag voeren. Essentiële voorwaarde voor registratie is de exploitatie van het zeeschip vanuit België (wezenlijke band van het zeeschip met België - 'genuine link' uit het Zeerechtverdrag/Unclos). Vreemde zeeschepen, d.w.z. zeeschepen geregistreerd onder een andere vlag dan de Belgische, kunnen in het Belgische rompbevrachtingsregister (het zogenaamde tweede register of reg.02) worden ingeschreven voor de duur van de rompbevrachting afgesloten tussen de vreemde eigenaar en een Belgische rompbevrachter. Tijdens de duur van die inschrijving in het rompbevrachtingsregister wordt de vreemde vlag geschorst, en varen die schepen onder Belgische vlag. Voor pleziervaartuigen met een lengte tot en met 24m geldt een speciale regeling: - om de Belgische vlag te kunnen voeren moeten zij altijd worden ingeschreven in het register der pleziervaartuigen te Brussel; - in bijkomende orde kunnen die pleziervaartuigen ook facultatief worden geregistreerd in het Belgisch register der zeeschepen (register 01) te Antwerpen, met het oog op inschrijving van eigendomstitel en/of van scheepshypotheken. Teboekstelling in andere landen van EuropaDe Donaulanden kenden tot nu toe geen centraal systeem zoals in de Rijnoeverstaten en België. Ieder land heeft daar zijn eigen registratiesysteem. Met de komst van de Europese invoering van de River Information Services (RIS) was een centraal Europees systeem vereist. Dat is per 1 april 2007 ingevoerd als ENI-nummer. Uittreksels uit het ScheepsregisterUittreksels van het register zijn gewaarmerkte stukken, dat wil zeggen ondertekend door ‘De bewaarder van het Kadaster en de openbare registers’, die tegen betaling vrij kunnen worden verkregen. Er zijn verschillende uittreksels en verklaringen mogelijk:
De twee laatste zijn vaak nodig om het schip bij een buitenlands Kadaster in te kunnen schrijven. Daarom zijn Duitse, Engelse of Franse versies van de verklaring mogelijk. Plaatsen van registratie in NederlandIn Nederland kende men van oudsher teboekstellingskantoren. Van de bijbehorende nummers werd het officieel scheepsnummer afgeleid. In totaal bestond het nummer uit 7 cijfers. De ontbrekende velden werden opgevuld met nullen.
Voor schepen die ook op zee kunnen en mogen varen worden aparte nummers gebruikt:
In Den Haag werd in een hoofdkantoor een schaduwarchief van de scheepsregisterkaarten in kopie bijgehouden van de diverse regionale kantoren. In 2007 werd de scheepsregistratie geconcentreerd in drie kadasterkantoren Amsterdam, Groningen en Rotterdam, bij Afdelingen Scheepsbewijzen. Sinds 2010 is de registratie gecentraliseerd in Rotterdam. Afdeling scheepsbewijzen. Het officieel scheepsnummer is gebonden aan het land waar het schip ingeschreven is en kan dus gedurende de levensloop van het schip veranderen. In 2007 is het nummer vervangen door het ENI-nummer dat bestaat uit ditzelfde nummer maar dan met een 0 (nul) ervoor. Het ENI-nummer verandert niet meer en blijft bij het casco. Plaats van registratie op de Nederlandse Antillen
Plaats van teboekstelling / registratie in België
Verschillen tussen Belgisch en Nederlands recht
Voordelen van registratie in het Nederlands Kadaster
Koppeling tussen brandmerk en registratieBij schepen is de registratie in het Nederlandse Kadaster gekoppeld aan het brandmerk op het schip. Het unieke brandmerk legt de registratie van het schip vast. Daarmee is het schip internationaal geïdentificeerd. Bij schepen in het buitenland is het voor een Nederlands brandmerk noodzakelijk, dat het schip bij het Kadaster in Nederland staat geregistreerd en dat de bouw van het schip zover is voltooid, dat het Kadaster het brandmerk kan aanbrengen. Bij Belgische schepen heeft de inschrijving in het Register der Binnenschepen minder ingrijpende juridische gevolgen en wordt in plaats van een brandmerk vaak het officieel scheepsnummer op het schip aangebracht. Dat nummer wordt ook wel Rijnvaartnummer en in de professie Europanummer genoemd. Het is vanaf 1 april 2007 vervangen door het ENI-nummer. Literatuur
Externe linksZie ookBronnen, noten en/of referenties
|