Sauropodomorpha
De Sauropodomorpha vormen een hoofdonderverdeling van de Saurischia, een hoofdonderverdeling van de dinosauriërs. Een onderorde Sauropodomorpha werd in 1932 benoemd door Von Huene als taxon dat de Sauropoda en de Prosauropoda omvatte. Een eerste definitie als klade werd gegeven door Salgado in 1997: de groep omvattende de laatste gemeenschappelijke voorouder van de Prosauropoda en de Sauropoda en al zijn afstammelingen. Upchurch gaf datzelfde jaar een afwijkende definitie als stamklade: de groep bestaande uit de Prosauropoda en de Sauropoda en alle Saurischia nauwer verwant aan deze groepen dan aan de vogels. Paul Sereno gaf in 1998 weer een definitie als nodusklade: de laatste gemeenschappelijke voorouder van Plateosaurus en Saltasaurus en al zijn afstammelingen. In 2004 hielden Galton en Upchurch echter vast aan een stamkladedefinitie: de groep bestaande uit Saltasaurus en alle soorten nauwer verwant aan Saltasaurus dan aan de groep van de Theropoda. Sereno sloot zich in 2005 bij deze visie aan maar sloot zeer voorzichtig de Ornithischia expliciet uit — daarbij de theoretische mogelijkheid ondervangend dat zij samen met de Sauropodomorpha een Phytodinosauria zouden vormen tegenover de Theropoda: de groep bestaande uit Saltasaurus loricatus en alle soorten nauwer verwant aan Saltasaurus dan aan de huismus Passer domesticus of Triceratops horridus. De groep wordt traditioneel onderverdeeld in de Sauropoda en de Prosauropoda, maar omdat de Sauropodomorpha als stamklade zijn gedefinieerd, is deze onderverdeling wellicht niet helemaal sluitend: er zouden dus, afhankelijk van de definitie van de Prosauropoda, in principe sauropodomorfen kunnen bestaan die niet tot de Sauropoda of Prosauropoda behoren. Daarbij kunnen de traditionele Prosauropoda zeer wel parafyletisch zijn, zodat de sauropoden nauwer verwant zijn aan sommige "prosauropoden". Deze groep bestaat voor zover bekend volledig uit herbivoren en scheidde zich in het Trias af: de oudste bekende soort is Saturnalia uit het Carnien. Zij stierf uit aan het einde van het Krijt in het Maastrichtien, net als alle dinosauriërs buiten de groep van de theropoden. Een mogelijke stamboom toont het volgende kladogram.
|