SBB Re 460
De SBB Re 460, ook wel lok 2000 genoemd, is een elektrische locomotief voor het goederenvervoer en het personenvervoer van de Zwitserse spoorwegonderneming Schweizerische Bundesbahnen (SBB). GeschiedenisIn de jaren 70 onderzocht de SBB welke vormen van hogesnelheidsvervoer in Zwitserland toepasbaar waren. Daarbij kreeg het project Bahn 2000 langzaam vorm. Een kosten-baten-analyse leidde tot de conclusie dat de infrastructuur en rollend materieel geschikt moesten zijn voor een maximale snelheid van 200 km/h. De locomotieven die daarvoor nodig waren werden ontwikkeld en gebouwd door Schweizerische Lokomotiv- und Maschinenfabrik (SLM) in Winterthur en Asea Brown Boveri (ABB) in Zürich. Het uiterlijk van deze locomotieven werd door het Italiaanse designbureau Pininfarina ontworpen. De SBB bestelde voor het personenvervoer eind 1987 de eerste serie van twaalf locomotieven met typeaanduiding Re 4/4 VI en medio 1989 werd een tweede serie van twaalf locomotieven besteld. De eerste twaalf locomotieven werden besteld onder de nummers 10701 - 10712, die op dat moment ook nog in gebruik waren bij de serie Ae 3/6 I (bouwjaar 1920-1929), waarvan de laatste pas in 1994 buiten dienst ging. In de herfst van 1989 kreeg SBB opdracht van de Bondsraad om capaciteit beschikbaar te stellen voor het Huckepack-transport, een gecombineerde manier van vervoer per vrachtwagen en trein. Aan de daaropvolgende aanbestedingsprocedure werd onder meer door het consortium SLM/ABB deelgenomen met hun concept Lok 2000. Het consortium won de aanbesteding en kreeg medio 1990 een vervolgopdracht voor nog eens 75 locomotieven. Daarmee had de SBB 99 locomotieven besteld van een serie die alleen nog maar op de tekentafel bestond. De eerste Re 4/4 460 (zoals de serie toen nog werd aangeduid) werd begin 1991 aan pers en publiek gepresenteerd maar was op dat moment nog niet rijvaardig. Medio 1991 kon de 460 000 op eigen kracht haar eerste meters maken. Op 28 januari 1992 werd de eerste Re 460 officieel afgeleverd. Tot slot werden nog een nabestelling voor nog eens 20 locomotieven bij SLM/ABB geplaatst, waarmee de serie een omvang van 119 eenheden kreeg. Na het verhelpen van de vele kinderziekten, kon de 460 vanaf 1994 in het regelmatige verkeer worden aangetroffen. In het begin werd de Re 460 zowel voor het personen- als goederenvervoer ingezet, in het goederenvervoer deels in meerspandienst. Na 1999 zijn de goederendiensten overgenomen door TRAXX-locomotieven uit de serie SBB Re 482/484, BLS Re 485/486. Vanaf 1997 werd dit type locomotief als tractievoertuig voor de IC2000-rijtuigen ingezet. Constructie en techniekDe locomotieven zijn opgebouwd met een lichtstalen frame en frontdelen van GVK. De locomotief is voorzien van GTO thyristor-gestuurde driefasige asynchrone motoren. De techniek van deze locomotief is afgeleid van de in 1989 ontwikkelde locomotieven voor de SBB van het type Re 450, locomotieven voor de Sihltal-Zürich-Uetliberg-Bahn (SZU) van het type Re 456, locomotieven voor de Südostbahn (SOB) van het type Re 456 en locomotieven voor de Regionalverkehr Mittelland (RM) van het type Re 456. De GTO thyristor vervangen door watergekoelde IGBT-thyristor geleverd door ABB Schweiz AG. Deze worden tijdens de grote revisie bij Industriewerk Yverdon-les-Bains tussen 2014 en 2022 ingebouwd. NamenDe Schweizerische Bundesbahnen hebben de volgende namen op de locomotieven geplaatst:
De Schweizerische Bundesbahnen hebben de volgende locomotieven met totaalreclame uitgevoerd:
TreindienstenIn de dienstregeling van 2021 waren de treinen als IC of IR op de volgende trajecten ingezet:
Literatuur
Foto's
Bronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie SBB Re 460 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|