Het was de eerste keer dat een Turkse club een Europese beker won, om precies te zijn de UEFA Cup.
Galatasaray was de eerste Turkse club die erin slaagde om vier keer achter elkaar kampioen te worden.
Vanzelfsprekend gold dit ook voor kampioenenmaker-coach Fatih Terim, die zich door deze successen de bijnaamImparator had verworven. Vier seizoenen achter elkaar kampioen worden en bovendien met dezelfde club is niet alleen een Turks record, maar zelfs een unicum in de hele wereld: geen enkele andere trainer presteerde dit.
Het was de veertiende landstitel, meer dan welke andere club in Turkije ook.
Het was de dertiende nationale beker, meer dan welke andere club in Turkije ook.
Het was op nationaal niveau de vijfde dubbel, meer dan welke andere club in Turkije ook.
De kracht van de kampioen lag ditmaal vooral in het collectief, zodat Hakan Şükür (dit jaargang goed voor 'slechts' 14 doelpunten) de topscorerskroon na drie jaar moest overdragen aan Serkan Aykut van Samsunspor.
Denizlispor, Göztepe en Vanspor AŞ waren net op tijd teruggekeerd in de Süper Lig om de successen van de recordkampioen van dichtbij mee te maken; de laatste twee clubs moesten na één seizoen helaas alweer een niveautje afdalen; Göztepe SK werd op z'n smadelijke gang naar de 1. Lig vergezeld door stadgenoot Altay.