Resolutie 592 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 592 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties was de voorlaatste VN-Veiligheidsraadsresolutie die werd aangenomen in 1986. Veertien leden van de Raad stemden voor. Enkel de Verenigde Staten onthielden zich. De resolutie riep Israël opnieuw op om de Geneefse Conventie betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd te respecteren in de Arabische gebieden die het sinds 1967 bezet hield. Achtergrond Zie Door Israël bezette gebieden voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In 1967 vocht Israël de Zesdaagse Oorlog uit tegen Egypte, Syrië en Jordanië. Tijdens die oorlog bezette Israël grondgebied van de drie tegenstanders: de Golanhoogten in Syrië, de Westelijke Jordaanoever die in 1948 door Jordanië was geannexeerd en in 1947 door de VN werd beschouwd als grondgebied van een te vormen Arabische staat, Oost-Jeruzalem met onder meer de Oude Stad die eveneens door Jordanië was geannexeerd en door de VN bestempeld als internationaal gebied) en ten slotte de Gazastrook en het schiereiland Sinaï van Egypte. Vervolgens verschenen de Israëlische nederzettingen in de bezette gebieden, waaraan de Palestijnen steeds meer grondgebied verloren. Sindsdien werd alleen de Sinaï − na vredesoverleg met Egypte − in 1982 teruggegeven. De Joodse nederzettingen aldaar werden ontruimd. Op 4 december 1986 betoogden zo'n 400 studenten op de Universiteit van Bir Zeit tegen Israëlische wegblokkades buiten de campus. Het Israëlische leger probeerde de betogers uiteen te drijven met traangas, vuurde vervolgens in de lucht en naar de grond en ten slotte op de studenten. Daarbij kwamen vierentwintig studenten om en vielen twintig gewonden onder hen.[1] InhoudDe Veiligheidsraad:
Verwante resoluties
Bronnen, noten en/of referenties
|