Resolutie 1499 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1499 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 13 augustus 2003. Achtergrond Zie Congolese Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In 1994 braken in de Democratische Republiek Congo etnische onlusten uit die onder meer werden veroorzaakt door de vluchtelingenstroom uit de buurlanden Rwanda en Burundi. In 1997 beëindigden rebellen de lange dictatuur van Mobutu en werd Kabila de nieuwe president. In 1998 escaleerde de burgeroorlog toen andere rebellen Kabila probeerden te verjagen. Zij zagen zich gesteund door Rwanda en Oeganda. Toen hij in 2001 omkwam bij een mislukte staatsgreep werd hij opgevolgd door zijn zoon. Onder buitenlandse druk werd afgesproken verkiezingen te houden die plaatsvonden in 2006 en gewonnen werden door Kabila. Intussen zijn nog steeds rebellen actief in het oosten van Congo en blijft de situatie er gespannen. InhoudWaarnemingenEr kwam intussen vooruitgang in de politieke situatie in Congo en er was een overgangsregering opgezet. Desondanks bleef de plundering van 's lands natuurlijke rijkdommen in vooral het oosten van het land. Daarover had het panel van experts, dat die kwestie onderzocht, een rapport afgeleverd. HandelingenDe Secretaris-Generaal werd gevraagd het mandaat van dat panel te verlengen tot 31 oktober. De Veiligheidsraad eiste opnieuw dat alle landen de illegale ontginning van Congolese grondstoffen beëindigden. Verwante resoluties |