Regering-BethlenDe regering-Bethlen was de regering die van 1921 tot 1931 Hongarije bestuurde, met István Bethlen als premier. GeschiedenisNa de Eerste Wereldoorlog verkeerde Hongarije in politieke chaos en volgende de ene regering de andere in recordtempo op. Met het Verdrag van Trianon verloor Hongarije ook meer dan twee derde van zijn grondgebied, inclusief belangrijke mijngebieden. De economie van het land lag in puin. Regent Miklós Horthy stelde Bethlen op 14 april 1921 aan als premier. Bethlen zag het als zijn belangrijkste opgave om de Hongaarse economie en samenleving te stabiliseren. Hij sloot ook een geheim pact met de Sociaaldemocratische Partij van Hongarije om enerzijds een einde te brengen aan de massale stakingen en anderzijds de repressie tegen sociaaldemocraten stop te zetten. De regering voerde een verplichte ziekte- en pensioensverzekering in en hervormde het onderwijs. In 1924 richtte de regering de Nationale Bank Hongarije op, die in 1927 de pengő invoerde als nieuwe munteenheid. Op vlak van buitenlandse politiek was het herzien van de grenzen zoals vastgelegd in het Verdrag van Trianon het belangrijkste doel. Deze pogingen waren echter weinig succesvol. Het enige beperkte succes dat de regering kon boeken op dit vlak was het Sopron-referendum, waardoor de stad Sopron en de omliggende dorpen bij Hongarije bleven, in plaats van aan Oostenrijk te worden overgedragen. De regering probeerde de Duitse en Russische greep op Hongarije zoveel mogelijk te beperken en trachtte goede relaties aan te knopen met het Verenigd Koninkrijk en Italië. Tijdens de crisis die in 1929 uitbrak werd de regering-Bethlen genoopt tot het doorvoeren van bezuinigingsmaatregelen, hetgeen leidde tot een afname van de steun bij de bevolking. Desalniettemin won hij de landdagverkiezingen van 1931, maar trad kort daarna af. Samenstelling
Bronnen, noten en/of referenties
|