Ceulemans bekwaamde zich al op zijn zevende in de biljartsport op de cafétafel van zijn vader. Ook voetbalde hij bij de plaatselijke vierdeklasserKFC Nijlen. Ceulemans was een goede midvoor en in 1958 werd hij ontdekt door Beerschot. Maar een transfer zat er niet in; waarom weet Ceulemans zelf ook niet.
Na het veroveren van zijn honderdste titel kreeg hij de bijnaam Mister 100. Ceulemans werd in juli 2001 in Las Vegas uitverkoren voor de "Hall of Fame". Deze onderscheiding kreeg hij van de Billiard Congress of America (BCA), de leidende biljartorganisatie in de Verenigde Staten. In de zomer van 2002 werd Raymond Ceulemans door Koning Albert II tot ridder benoemd. In 2005 eindigde hij op de 52ste plaats in de Vlaamse versie van De Grootste Belg.
In strook 133 van het Suske en Wiske-album De bonkige baarden (1985) schakelt Jerom zijn tegenstanders uit door ze omver te biljarten. Hij zegt met trots over zichzelf: K. Eulemans mag er eens achter komen..
Zijn familienaam en zijn werktuig leenden zich tot de bijnaam "de Ceu" (tenzij men dit zou spellen als "de Keu").
Raymond Ceulemans acteerde in een Nederlandse reclamespot voor een verzekeringsmaatschappij, waarin hij vroeg: Waar kan ik hier biljartles krijgen?